Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Werkorganisatie Buch
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 26 oktober 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:8982
Ontslag op staande voet wegens onvoldoende controle op facturen niet rechtsgeldig. Gefixeerde schadevergoeding en billijke vergoeding van € 30.000 toegekend. Werkgever wordt daarnaast veroordeeld tot het doen van een rehabilitatiemededeling.

Feiten

Werknemer, geboren in 1953,  is op 1 september 2017 bij Werkorganisatie Buch in dienst getreden als programmamanager. Nadat zijn dienstverband is geëindigd in 2020 wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, is de arbeidsrelatie aansluitend verlengd tot 2021. Op 18 februari 2020 is werknemer door de domeinmanager gevraagd input te leveren op een door de externe projectleider aangeleverde onderbouwing van een aantal facturen. Werknemer heeft daarop op 24 februari 2020 gereageerd. De domeinmanager heeft vervolgens op 27 februari 2020 Hoffman Bedrijfsrecherche (hierna: Hoffman) ingeschakeld met de opdracht om vast te stellen of de externe projectleider werkzaamheden heeft gefactureerd die niet zijn uitgevoerd en zo ja, of er interne betrokkenheid is geweest bij het opmaken van deze valse facturen. Op 16 april 2020 is werknemer door Buch geschorst hangende het onderzoek. Uit het onderzoek van Hoffman is gebleken dat werknemer onvoldoende controles heeft uitgevoerd op de facturatie vanuit de externe projectleider. Bij e-mail van 4 juni 2020 is het rapport van Hoffmann met werknemer gedeeld, waarbij hem is medegedeeld dat het voornemen bestond hem op staande voet te ontslaan en hij in de gelegenheid wordt gesteld om op het ontslagvoornemen te reageren. Werknemer maakt bij brief van 8 juni 2020 bezwaar tegen het ontslagvoornemen en verzoekt om wederhoor. Buch heeft aan dit verzoek geen gehoor gegeven en ontslaat werknemer op staande voet op 10 juni 2020. Werknemer verzoekt de kantonrechter om Buch te veroordelen tot vernietiging van het ontslag op staande voet en betaling van het loon bij regelmatige opzegging, een billijke vergoeding en tot het plaatsen van een bericht op haar intranet met de mededeling tot het rehabiliteren van werknemer.

Oordeel

Ontslag op staande voet

De kantonrechter is het met Buch eens dat de wijze waarop de controle op (de facturatie op) het project was ingericht, onvoldoende is geweest. De gedragingen (of het nalaten) van werknemer leveren echter in de gegeven omstandigheden geen dringende reden op. Daarbij is allereerst van belang dat de werkwijze waarop de samenwerking tussen Buch en de externe projectleider was vormgegeven al bestond toen werknemer aantrad. Bovendien heeft Hoffmann niet vastgesteld dat werknemer wetenschap heeft gehad van de onjuiste facturen en al helemaal niet dat werknemer met de externe projectleider onder één hoedje speelde, waarvan Buch werknemer, zo is ter zitting desgevraagd door Buch verklaard, wel verdacht. Vaststaat aldus dat werknemer zich zelf op geen enkele wijze heeft bevoordeeld. Daarbij komt dat werknemer aannemelijk heeft gemaakt dat wel degelijk werd gecontroleerd of facturen van de externe projectleider waren voorzien van een urenverantwoordingsstaat en dat werknemer de externe projectleider erop heeft aangesproken toen deze ontbraken. Ook is niet vast komen te staan dat Buch daadwerkelijk financiële schade heeft geleden. Verder is de kantonrechter van oordeel dat Buch ook op procedureel vlak de nodige steken heeft laten vallen. Zo is de onderzoeksperiode erg lang geweest en valt te betwijfelen of daarmee aan de onverwijldheidseis is voldaan. Bovendien is werknemer niet deugdelijk gehoord. De kantonrechter vindt deze handelwijze onzorgvuldig en (onnodig) beschadigend voor werknemer. Gelet op al het voorgaande is het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig gegeven.

Vergoedingen

Als gevolg van de onregelmatige opzegging heeft werknemer recht op het loon over de opzegtermijn bij rechtsgeldige opzegging. Ook zal de kantonrechter aan werknemer een billijke vergoeding toekennen. Hoewel de kantonrechter niet heeft kunnen vaststellen dat Buch financieel is benadeeld, kan evenmin met zekerheid worden vastgesteld dat dit niet het geval is geweest. De kantonrechter acht het waarschijnlijk dat, wanneer door Buch een ontbindingsverzoek zou zijn ingediend, de arbeidsovereenkomst per 1 november 2020 zou zijn ontbonden, hetgeen leidt tot een inkomensverlies van circa 4,5 maand. Dat werknemer de pensioengerechtigde leeftijd al heeft bereikt, doet aan dit inkomensverlies niet af. Gelet daarbij nog op de mate waarin Buch een verwijt kan worden gemaakt, stelt de kantonrechter de billijke vergoeding vast op € 30.000 bruto.

Rehabilitatie

De kantonrechter vindt het aannemelijk dat de reputatie van werknemer (ernstig) is geschaad door zijn plotselinge vertrek in combinatie met het daags daarna verschenen mediabericht ‘dat er aangifte is gedaan tegen een ambtenaar in het kader van een fraudeonderzoek’. Het belang van werknemer bij rehabilitatie is daarmee gegeven. De kantonrechter zal daarom de rehabilitatie toewijzen zoals hierna vermeld.