Naar boven ↑

Rechtspraak

Staat der Nederlanden/werknemer
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 28 oktober 2020
ECLI:NL:RBLIM:2020:8424
Ontbinding arbeidsovereenkomst ambtenaar wegens ernstig verwijtbaar handelen na geweldsincident met gedetineerde.

Feiten

Werknemer is op 8 mei 2017 bij de Staat der Nederlanden, meer in het bijzonder bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), in dienst getreden. Op 1 januari 2020 is de ambtelijke aanstelling van werknemer omgezet in een arbeidsovereenkomst (wnra). Op 31 oktober 2019 is werknemer betrokken geweest bij een geweldsincident met een gedetineerde. In november 2019 is een disciplinair onderzoek ingesteld naar aanleiding van het incident en er zijn diverse verklaringen op schrift gesteld. Na diverse gesprekken is op 6 november 2019 aan werknemer buitengewoon verlof verleend, is hem de toegang tot de dienstgebouwen ontzegd en is hem een contactverbod opgelegd. Bij brief van 10 februari 2020 is dat besluit gecorrigeerd naar buitengewoon verlof met een contactverbod. De Staat verzoekt de tussen hem en werknemer bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden.

Oordeel

Nu er wezenlijke verschillen bestaan tussen de diverse weergaves van de gebeurtenissen in de cel van de gedetineerde stelt de kantonrechter allereerst vast wat naar zijn oordeel de werkelijke gang van zaken is geweest. De conclusie is dat de gedetineerde op bed lag toen werknemer en collega’s de cel betraden en dat de gedetineerde toen vrijwel direct één of meer keren door de collega in het gezicht werd geslagen, terwijl werknemer tegelijkertijd de benen van de gedetineerde vasthield en hem een aantal knietjes in zijn rug/zij gaf. Bij het betreden van de cel was derhalve geen sprake van acuut en dreigend gevaar dat fysiek geweld vereiste en evenmin was er sprake van een uit de hand lopende situatie: de gedetineerde bevond zich immers in een weerloze positie op zijn bed. Nu werknemer geweld gebruikt heeft tegen een gedetineerde zonder dat daarvoor een legitieme reden bestond, is het gebruikte geweld disproportioneel. Uit deze conclusie volgt eveneens dat werknemer vervolgens bewust niet naar waarheid heeft gerapporteerd. Het enige doel van werknemer dat de kantonrechter zich daarbij kan voorstellen is het verbergen van de waarheid nu hij zich moet hebben gerealiseerd dat de manier waarop gedetineerde bejegend is niet door de beugel kon. Naar het oordeel van de kantonrechter is dan ook sprake van ernstig verwijtbaar handelen. Werknemer verkeert in een machtspositie ten opzichte van de gedetineerden en werknemer heeft zijn plicht verzaakt. Niet alleen door disproportioneel geweld toe te passen maar ook door daar vervolgens niet naar waarheid over te verklaren en te trachten de werkelijke gang van zaken te verbergen. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn dat, juist op de plek waar werknemer werkt, absoluut niet te tolereren omstandigheden. De kantonrechter passeert vervolgens het verweer van persoonlijke omstandigheden. Herplaatsing van werknemer in een andere passende functie ligt naar de aard van de zaak niet in de rede. De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van de Staat zal toewijzen en dat de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden. Tot slot acht de kantonrechter het niet toewijzen van de transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dan ook niet onaanvaardbaar. De Staat is geen transitievergoeding verschuldigd aan werknemer. Van persoonlijke omstandigheden die, in combinatie met de reden voor het ontslag, tot de conclusie moeten leiden dat het niet toekennen van de transitievergoeding onaanvaardbaar is, is geen sprake. Dat werknemer ernstige gevolgen zal ondervinden van de beëindiging van het dienstverband is goed voorstelbaar, maar die gevolgen waren allemaal voorzienbaar voordat werknemer de verweten en bewezen handelingen pleegde. Toch heeft hem dat er niet van weerhouden. Bovendien heeft de kantonrechter hiervoor al overwogen dat deze gedragingen de kern van de integriteit raken die bij zijn functie hoort. Ze behoren daarmee tot de ernstigste vorm van misstappen die hij in zijn functie kan begaan.