Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 9 november 2020
ECLI:NL:RBROT:2020:9834
Feiten
Werkneemster is op 1 mei 2008 in dienst getreden als oproepkracht bij Elysium B.V. in de functie van medewerkster bediening. Werkneemster is sinds 29 november 2018 arbeidsongeschikt als gevolg van medisch objectiveerbare klachten die leiden tot beperkingen in het persoonlijk/sociaal functioneren. Vanaf 8 juli 2020 heeft werkneemster in overleg met de bedrijfsarts een begin gemaakt aan de re-integratie en op 11 en 13 augustus 2020 re-integratiewerkzaamheden verricht. Op 14 augustus 2020 is werkneemster door een vriendin telefonisch ziek gemeld in verband met pestgedrag op de werkvloer. De leidinggevende van werkneemster heeft per e-mail op de ziekmelding gereageerd met de mededeling dat hij zich afvraagt of het ‘pesten’ is of dat werkneemster het niet eens is met de werkzaamheden die zij moet uitvoeren en dat zij dit onder ‘pesten’ verstaat. Elysium heeft op 26 augustus 2020 een loonstop opgelegd en daaraan ten grondslag gelegd dat zij contact heeft gehad met de bedrijfsarts die aangeeft dat de re-integratie van werkneemster doorgezet kan worden, wat volgens Elysium betekent dat werkneemster vanaf 14 augustus 2020 hoort te re-integreren, maar dat werkneemster vanaf 14 augustus 2020 is gestopt met de re-integratiewerkzaamheden. Ook wijst Elysium werkneemster erop dat zij voor 4 september 2020 de WIA-aanvraag gedaan moet hebben. Op 7 september 2020 deelt Elysium werkneemster mee dat zij na meerdere herinneringen om de WIA-aanvraag te doen een loonstop per 10 september 2020 oplegt wegens het niet nakomen van haar re-integratieverplichtingen. Het UWV heeft per brief van 16 oktober 2020 aan Elysium ten aanzien van de WIA-aanvraag medegedeeld dat zij op 14 oktober 2020 een WIA-aanvraag van werkneemster heeft ontvangen en dat als gevolg van de te late indiening de loondoorbetalingsperiode van Elysium wordt verlengd tot 30 december 2020. Werkneemster vordert bij de kantonrechter Elysium te veroordelen tot onmiddellijke opheffing van de loonstop en betaling van het achterstallige salaris.
Oordeel
Re-integratieverplichtingen
De vraag is of werkneemster zonder deugdelijke grond is gestopt met het verrichten van re-integratiewerkzaamheden, terwijl zij daar wel toe in staat was. De kantonrechter overweegt dat uitgegaan moet worden van de rapportage van de bedrijfsarts van 24 september 2020, waarin hij aangeeft dat sprake is van een arbeidsconflict met als gevolg een stagnatie in het herstel van werkneemster. Gelet op de rapportage wordt ervan uitgegaan dat werkneemster vanaf haar ziekmelding op 14 augustus 2020 niet in staat was om re-integratiewerkzaamheden te verrichten in verband met een arbeidsconflict. Daardoor vervalt de grond waarop Elysium de loonstop heeft ingesteld. De kantonrechter acht voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat Elysium op 26 augustus 2020 ten onrechte een loonstop heeft ingesteld, waarmee zij voorlopig van oordeel is dat werkneemster aanspraak heeft op doorbetaling van het loon ex artikel 7:629 BW vanaf 26 augustus 2020 tot 10 september 2020.
Aanvraag WIA-uitkering
Ter discussie staat voorts of Elysium op goede gronden een (tweede) loonstop heeft ingesteld in de periode vanaf 10 september in verband met het niet tijdig aanvragen van de WIA-uitkering door werkneemster. Vaststaat dat werkneemster de WIA-aanvraag te laat heeft ingediend. De vraag is of zij daarvoor een deugdelijke grond had. Werkneemster heeft gesteld dat zij met het UWV heeft afgesproken dat de aanvraag werd opgeschort in afwachting van een deskundigenverklaring, maar dit blijkt nergens uit. Daarom acht de kantonrechter de kans dat in een bodemprocedure wordt geoordeeld dat werkneemster geen deugdelijke grond heeft voor de vertraagde aanvraag van de WIA-uitkering zeer groot. Daarop vooruitlopend is thans het voorlopig oordeel dat werkneemster geen aanspraak heeft op loon over de periode 10 september 2020 tot en met 14 oktober 2020 en dat Elysium op goede gronden een loonstop heeft ingesteld in die periode.