Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 15 december 2020
ECLI:NL:RBROT:2020:11677
Feiten
Werkneemster is sinds 1 december 2013 bij Stichting Argos Zorggroep (hierna: Argos) in dienst in de functie van ambulant verpleegkundige in een verpleeghuis van Argos. Op 29 juli 2020 heeft werkneemster een gesprek gehad met twee medewerkers van een bedrijf over het omgaan met medicatie, onder andere opiaten. In dit gesprek vragen de medewerkers aan werkneemster waarom zij medicatie wegneemt en zelfs inneemt. Zij verklaart dat ze depressief is en de medicatie haar helpt. Vervolgens hebben de regiomanager en de HR-adviseur bij Argos zich bij het gesprek gevoegd en is werkneemster op staande voet ontslagen. Bij brief van 30 juli 2020 is het ontslag aan werkneemster bevestigd. Daartoe worden als redenen voor het ontslag gegeven: het stelen c.q. zich wederrechtelijk toe-eigenen van opiaten; het innemen van opiaten, bedoeld voor cliënten aan wie werkneemster zorg verleent en het verlenen van zorg onder invloed van opiaten. Uit deze brief blijkt dat deze constatering is gebaseerd op camerabeelden van 24 juli 2020 waarop te zien is dat werkneemster in de opiatenruimte opiaten pakt en in haar mond stopt. Bij brief van 7 augustus 2020 heeft werkneemster tegen het ontslag geprotesteerd. Werkneemster heeft de kantonrechter primair verzocht tot vernietiging van het ontslag op staande voet en wedertewerktstelling en subsidiair tot veroordeling van Argos om aan werkneemster een billijke vergoeding, de transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen. Argos verzoekt werknemer primair te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding en subsidiair ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond.
Oordeel
Naar het oordeel van de kantonrechter is werkneemster terecht op staande voet ontslagen. Hiertoe wordt het volgende overwogen. Het zonder toestemming wegnemen en innemen van opiaten die toebehoren aan Argos en bestemd zijn voor cliënten van Argos, is zeer ernstig en ontoelaatbaar. Van een bagateldelict is, anders dan werkneemster heeft betoogd, geen sprake. Binnen Argos geldt een gedrags- en integriteitscode, waarin is vastgelegd dat werken onder invloed van drugs is verboden. Argos stelt terecht dat haar belang bij handhaving van deze regels evident is, gelet op de bescherming van haar patiënten, maar ook in het kader van de op Argos van toepassing zijnde regelgeving inzake zorg en medicatie. Het was werkneemster dus bekend dat zij de opiaten niet zonder toestemming voor eigen gebruik mocht wegnemen. Door dit toch te doen heeft werkneemster het door Argos in haar gestelde vertrouwen ernstig geschaad en heeft werkneemster haar verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst ernstig geschonden. Dat zij de opiaten heeft ingenomen vanwege rugpijn vormt, nog los van het feit dat een onderbouwing hiervoor ontbreekt, geen rechtvaardiging. Ook in dat geval had werkneemster deze niet zonder toestemming van een arts en/of leidinggevende mogen wegnemen en innemen. Ook heeft werkneemster door inname van opiaten tijdens werktijd onder invloed van drugs gewerkt en, nog los van de mogelijke risico’s die dit heeft gehad voor de zorgverlening voor ouderen, in strijd gehandeld met de gedrags- en integriteitscode van Argos. Ook het betoog van werkneemster dat het ontslag op staande voet een te ingrijpend middel is geweest omdat Argos bij een collega van werkneemster in eenzelfde situatie met een minder ingrijpende sanctie (een waarschuwing) heeft volstaan, wordt verworpen. Argos heeft gemotiveerd weersproken dat het om dezelfde situaties gaat. Ook is naar het oordeel van de kantonrechter voldaan aan het vereiste van onverwijldheid, omdat Argos voldoende voortvarend heeft gehandeld doordat zij binnen 48 na het ontstaan van het vermoeden werkneemster heeft geconfronteerd en vervolgens ontslagen. Het verzoek tot vernietiging van de opzegging wordt derhalve afgewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter is het handelen van werkneemster ernstig verwijtbaar, zodat Argos de transitievergoeding niet aan werkneemster is verschuldigd. Werkneemster heeft het vertrouwen van Argos dermate ernstig geschaad en haar verplichtingen ernstig geschonden. Omdat werkgever buiten de vervaltermijn heeft verzocht om toekenning van een gefixeerde schadevergoeding, wordt deze vordering afgewezen.