Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 5 januari 2021
ECLI:NL:RBGEL:2021:59
Feiten
Werknemer is voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Paccor. Paccor maakt onderdeel uit van een internationale groep, die functioneel wordt aangestuurd vanuit Düsseldorf Duitsland. Binnen Paccor Groep wordt een internationale reorganisatie doorgevoerd. Werknemer heeft de reorganisatie in Nederland doorgevoerd. Deze hield onder andere in dat twee van de drie productielocaties werden gesloten. Werknemer is sinds 12 december 2019 door Paccor vrijgesteld van werkzaamheden. De reden daarvoor is dat er volgens Paccor een aantal gebeurtenissen hebben plaatsgevonden op grond waarvan Paccor het vertrouwen in werknemer was verloren. Voor werknemer kwam de op non-actiefstelling als een verrassing en de vaststellingsovereenkomst die hem door Paccor werd aangeboden heeft hij niet ondertekend. Op 22 juni 2020 heeft Paccor aan de OR advies gevraagd over onder andere de voorgenomen besluiten tot wijziging van de rapportagelijnen van de leden van het lokale managementteam en het laten vervallen van de functie van werknemer binnen Paccor per de peildatum van 1 augustus 2020. De OR heeft op 9 juli 2020 positief geadviseerd over de voorgenomen wijziging van de organisatiestructuur. Op 13 juli 2020 heeft Paccor aan het UWV een ontslagvergunning gevraagd. Het UWV heeft bij besluit van 1 september 2020 geweigerd om aan Paccor toestemming te geven tot opzegging van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. Per 9 oktober 2020 zijn de voorgenomen wijzigingen in de organisatiestructuur van Paccor doorgevoerd. Paccor verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 onder b BW in verbinding met artikel 7:669 lid 1 jo. lid 3 aanhef en onder a BW.
Oordeel
Ontbindingsverzoek Paccor
In de ontslagaanvraag heeft Paccor aangegeven dat binnen de organisatie een wijziging in management en rapportagelijnen wordt doorgevoerd, waardoor de functie van werknemer structureel komt te vervallen. De kantonrechter is van oordeel dat Paccor voldoende onderbouwd heeft dat als gevolg van de gewijzigde rapportagelijnen de functie van werknemer is komen te vervallen. Er zal in de nieuwe organisatiestructuur door lokale managementleden niet langer gerapporteerd worden aan (de functie van) werknemer in eigen land, maar aan een Chief Operating Officer van de regio. Ook zijn in Nederland twee van de drie productielocaties gesloten en is de aansturing overzichtelijker en eenvoudiger geworden, waardoor de functie van werknemer niet langer nodig is. Voorts is voldoende komen vast te staan dat de OR halverwege 2020 positief heeft geadviseerd over zowel de wijzigingen in de organisatiestructuur als het vervallen van de functie van werknemer in Nederland. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door Paccor naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding op.
Herplaatsing algemeen
Paccor heeft, nadat zij werknemer in 2019 vrijgesteld had van werkzaamheden, aangestuurd op een einde van de arbeidsovereenkomst. Overleg, in welke vorm ook, over eventuele mogelijkheden tot herplaatsing in een passende functie heeft op geen enkel moment plaatsgevonden, hetgeen op grond van goed werkgeverschap wel van Paccor verwacht had mogen worden. Paccor heeft ook erkend dat zij geen herplaatsingsgesprek(ken) met werknemer heeft gevoerd, omdat er geen andere passende functie is om over in gesprek te gaan en zij voorziet dat dit op termijn niet anders zal zijn. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Paccor onvoldoende aangevoerd om tot de conclusie te kunnen komen dat zij volledig heeft voldaan aan de op haar rustende inspanningsverplichting om te bezien of herplaatsing van werknemer in een andere passende functie mogelijk was.
Herplaatsing in Nederland en elders binnen de groep
De kantonrechter is van oordeel dat er voor werknemer binnen Paccor in Nederland binnen redelijke termijn geen passende functie voorhanden is. Niet gesteld of gebleken is dat Paccor overzichten heeft gemaakt met internationale vacatures en/of tijdelijke arbeidsplaatsen en die overzichten aan werknemer heeft voorgelegd. Tijdens de procedure bij het UWV is alleen naar vacatures binnen Nederland en Duitsland gekeken. Ter zitting heeft Paccor ook expliciet aangegeven dergelijke overzichten niet te hebben gemaakt. Paccor heeft ten onrechte een veeleer passieve rol aangenomen. Als werknemer een bepaalde functie aandroeg of benoemde, reageerde Paccor daar (negatief) op. Paccor heeft op een aantal momenten intern wel gezocht naar vacatures, maar nergens blijkt dat over het resultaat van dit onderzoek actief met werknemer is gecommuniceerd. Dit is Paccor aan te rekenen, helemaal nu werknemer expliciet heeft aangegeven open te staan voor een functie binnen de groep en gesteld heeft dat hij op 28 september 2020 een door hemzelf geïnitieerd gesprek heeft gevoerd met de CEO van Paccor internationaal, waarbij de CEO aangaf dat als werknemer herplaatst moet worden, ze een positie voor hem zullen vinden. Daarbij komt dat niet gesteld of gebleken is dat Paccor naar arbeidsplaatsen heeft gekeken die werden opgevuld door werknemers met een tijdelijk dienstverband. Dit alles maakt dat Paccor onvoldoende invulling heeft gegeven aan haar herplaatsingsverplichting binnen Paccor Groep. De kantonrechter wijst het verzoek van Paccor af en de arbeidsovereenkomst wordt dus niet ontbonden. Toewijzing van het verzoek om wedertewerkstelling in de functie van werknemer (zijn gebruikelijke werkzaamheden) is echter eveneens niet mogelijk. De functie van werknemer is immers vervallen. Dat neemt niet weg dat Paccor in het kader van haar herplaatsingsplicht serieus zal moeten bekijken of en zo ja waar werknemer herplaatst zou kunnen worden.