Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 3 februari 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:921
Feiten
Werknemer vordert onder meer dat de rechtbank bij vonnis voor recht verklaart dat C. Steinweg - Handelsveem B.V. (hierna: Steinweg) jegens werknemer een onrechtmatige daad heeft begaan door geen, althans geen afdoende maatregelen te treffen tegen de pesterijen en discriminatie op de werkvloer richting werknemer als gevolg waarvan werknemer materiële en immateriële schade heeft geleden en Steinweg te veroordelen om aan werknemer een schadevergoeding van € 900.000 te betalen.
Oordeel
Niet in geschil is dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst heeft bestaan, die inmiddels door de kantonrechter is ontbonden. Uit artikel 93 aanhef en onder c Rv volgt dat de kantonrechter beslist over zaken betreffende, onder meer, arbeidsovereenkomsten. De term ‘betreffende’ moet ruim worden uitgelegd en behelst meer dan vorderingen die zijn oorsprong hebben in een van de in dit artikel genoemde overeenkomsten. Ook vorderingen die verband houden met en niet los gezien kunnen worden van het (hebben) bestaan van een arbeidsovereenkomst, zijn vorderingen ‘betreffende’ een arbeidsovereenkomst. In deze zaak heeft werknemer een vordering op grond van onrechtmatige daad ingesteld. De stellingen die werknemer aan zijn vordering ten grondslag heeft gelegd, worden onderbouwd met feiten en omstandigheden die zien op de situatie op de werkvloer ten tijde van het destijds tussen hem en Steinweg bestaande dienstverband. De vorderingen van werknemer strekken tot vergoeding van de door hem geleden schade, als gevolg van de beweerdelijke onrechtmatige gedragingen van Steinweg in die periode. De rechtbank is van oordeel dat de vorderingen van werknemer, die zijn gegrond op onrechtmatige daad, verband houden met, en niet los kunnen worden gezien van, de (ontbonden) arbeidsovereenkomst. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van werknemer een onderwerp betreffen dat door de kantonrechter wordt behandeld, ongeacht het beloop of de waarde van de vordering. Daarom zal de zaak worden verwezen naar de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank.