Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/CIRFOOD Netherlands B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 25 januari 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:1248
Vordering tot betaling van overwerkvergoeding in kort geding toegewezen. In de arbeidsovereenkomst is afgesproken dat overwerkvergoeding verschuldigd is ongeacht het aantal gewerkte uren. Overwerkvergoeding is verkapte loonsverhoging.

Feiten

Werkneemster is op 9 januari 2006 in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van Cirfood Netherlands B.V. (hierna: Cirfood). Zij is werkzaam in de kantine van een school. Op de arbeidsovereenkomst is de Cao voor Contractcateringbranche van toepassing. Sedert 1 augustus 2008 ontvangt werkneemster een overwerkvergoeding van € 500 per maand, welke per 1 januari 2011 naar € 750 per maand is verhoogd. Werkneemster heeft vanaf 1 september 2020 geen vaste overwerkvergoeding meer ontvangen. In deze procedure vordert werkneemster betaling van een bedrag van € 3.000 bruto aan ‘vaste overwerkvergoeding’ over de periode van 1 september 2020 tot en met december 2020 en doorbetaling van de vaste toeslag van € 750 bruto per maand vanaf 1 januari 2021.

Oordeel

Cirfood stelt zich op het standpunt dat werkneemster daadwerkelijk overwerk dient te verrichten alvorens zij op de overwerkvergoeding aanspraak maakt. Deze uitleg vloeit volgens Cirfood voort uit de grammaticale uitleg van de arbeidsovereenkomst. Nu COVID-19 zijn intrede heeft gedaan, verricht werkneemster geen werkzaamheden, zodat zij geen recht meer heeft op de overwerkvergoeding. Werkneemster betwist dit en wijst op de gang van zaken in het verleden, waarbij zij ongeacht het aantal overuren wel deze vergoeding heeft ontvangen. De kantonrechter oordeelt dat de uitleg van Cirfood niet kan worden gevolgd. Partijen zijn vanaf 2008 een overwerkvergoeding overeengekomen, welke in 2011 is verhoogd. Vast staat dat Cirfood over de periode van 2008 tot en met 2020 deze overwerkvergoeding maandelijks heeft betaald, terwijl zij niet gecontroleerd heeft hoeveel overuren werkneemster daadwerkelijk gemaakt heeft. Deze gang van zaken ligt in lijn met de verklaring van de ex-werkgever dat de overwerkvergoeding een verkapte loonsverhoging inhield. Eveneens is dit in overstemming met de tekst van de arbeidsovereenkomst, waarin staat dat de overwerkvergoeding verschuldigd is ‘ongeacht het aantal overgewerkte uren’. Gelet op de eenduidig interpreteerbare tekst van de arbeidsovereenkomst, het verloop in het verleden en de verklaring van de ex-werkgever, is het op zijn minst aannemelijk dat de uitleg van werkneemster voor juist moet worden gehouden en van die stand van zaken moet in dit kort geding worden uitgegaan. Klaarblijkelijk heeft Cirfood in verband met de tegenvallende bedrijfsresultaten door COVID-19 naar een afwijkende uitleg van de arbeidsovereenkomst gegrepen. Nu de kantonrechter het verweer van Cirfood niet volgt, zal de vordering van werkneemster tot het betalen van de vaste overwerkvergoeding vanaf 1 september 2020 tot heden worden toegewezen.