Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Van Wijngaarden Marine Services B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Dordrecht), 4 maart 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:1703
Werkgever heeft onvoldoende maatregelen getroffen en aanwijzingen gegeven om ongeval naar aanleiding van het opspoelen van een nieuwe staaldraad op een sleepboot te voorkomen. Ruime ervaring en medeverantwoordelijkheid van werknemer doen hier niet aan af.

Feiten

Werknemer (46 jaar) is in dienst bij Van Wijngaarden als stuurman/werktuigkundige. Op 17 september 2018 is werknemer een ongeval overkomen tijdens zijn werkzaamheden op een sleepboot van Van Wijngaarden bij een kade bij de Falklandeilanden. Bij het opdraaien van een nieuwe staaldraad van 45 mm op de lier is de sleepboot uit koers geraakt en is de staaldraad over het dek gezwiept en heeft werknemer geraakt. Werknemer heeft drie ribben aan de rechterzijde van zijn borst gebroken, een klaplong opgelopen en knieletsel opgelopen, bestaande uit onder meer afgescheurde kniebanden. Werknemer is in Chili geopereerd aan zijn knie en heeft gerevalideerd bij Revalidatie Friesland. De behandelingen daar zijn in oktober 2019 afgerond. Nadien heeft werknemer nog fysiotherapie gehad. Werknemer heeft Van Wijngaarden per brief van 16 juli 2019 aansprakelijk gesteld voor de schade die hij lijdt als gevolg van het ongeval. De verzekeraar van Van Wijngaarden heeft op 25 oktober 2019 een bedrag van € 11.000 aan werknemer overgemaakt als voorschot op de schadevergoeding. Op 25 november 2019 heeft werknemer verzocht om een aanvullende voorschot van € 6.000. De bedrijfsarts heeft op 28 februari 2020 een nieuwe functionele mogelijkheden lijst (hierna: FML) opgesteld. De arbeidsdeskundige heeft in maart 2020 een Herbeoordeling Arbeidsdeskundig Onderzoek uitgevoerd. De arbeidsdeskundige concludeert in zijn rapport van 12 maart 2020 dat het eigen werk van werktuigkundige/stuurman blijvend ongeschikt is voor werknemer en hij adviseert het tweedespoorttraject te continueren. Werknemer heeft een WIA-uitkering aangevraagd. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft onderzoek gedaan naar het ongeval. Werknemer heeft tegenover twee inspecteurs van de ILT onder meer verklaard dat geen toolboxmeeting is gehouden, de kapitein geen zicht op hem heeft gehad en zonder de plotselinge manoeuvre het ongeval niet was gebeurd. De ILT heeft op 11 december 2019 een verzoek tot tuchtrechtelijke behandeling ingediend bij het Tuchtcollege voor de scheepvaart tegen de kapitein. Het Tuchtcollege heeft op 20 november 2020 uitspraak gedaan in de zaak tussen de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, vertegenwoordigd door de inspecteur ILT, en de kapitein, en geoordeeld dat de kapitein is tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheden als kapitein met een ongeval als gevolg. De kapitein heeft bij het opspoelen van de sleepdraad niet gehandeld zoals een verantwoordelijk kapitein betaamt, waardoor de veiligheid van de opvarenden in gevaar is gebracht. Werknemer verzoekt voor recht te verklaren dat Van Wijngaarden aansprakelijk en/of schadevergoedingsplichtig is voor de door werknemer geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade, voortvloeiende uit het ongeval van 17 september 2018.

Oordeel

Bevoegdheid en toepasselijk recht

Omdat het ongeval heeft plaatsgevonden buiten Nederland heeft het geschil een internationaal karakter. Partijen hebben in artikel 17.2 van de arbeidsovereenkomst een forumkeuze opgenomen. Aangezien het forumkeuzebeding is overeengekomen vóór het ontstaan van het onderhavige geschil en dit beding werknemer geen ruimere mogelijkheden biedt om andere gerechten aan te zoeken, wordt niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 23 EEX-verordening. Het forumkeuzebeding mist in dit geval dus toepassing. Op grond van het bepaalde in artikel 21 lid 1 sub a EEX-verordening is dan de kantonrechter in Dordrecht bevoegd kennis te nemen van het verzoek van werknemer. Partijen hebben in artikel 17.1 van de arbeidsovereenkomst Nederlands recht op de arbeidsovereenkomst van toepassing verklaard. Tussen partijen is niet in geschil dat Nederlands recht in dit geval van toepassing is.

Aansprakelijkheid Van Wijngaarden

Uit de uitspraak van het Tuchtcollege kan worden afgeleid dat het opspoelen onder spanning van de staaldraad naar zijn aard een risicovolle operatie is. De kapitein heeft verklaard dat hij de uit te voeren manoeuvre ook niet beschouwde als een alledaagse routinematige operatie en dat hij het opspoelen voor de eerste keer met auto-pilot uitvoerde. Desalniettemin heeft de kapitein de werkzaamheden niet vooraf met de bemanning doorgesproken en/of een toolboxmeeting gehouden. Voorts kan uit de uitspraak van het Tuchtcollege worden afgeleid dat onduidelijk was wie de supervisie had aan dek, dat er onvoldoende werd gecommuniceerd tussen de bemanning aan dek en de kapitein en dat het zicht van de kapitein op het dek extra werd belemmerd doordat de kraan niet naar de achterkant van het schip was gericht. Nadat de auto-pilot in alarm ging, is de kapitein overgestapt van auto-pilot naar handmatig sturen, zonder dit met de bemanning aan dek te communiceren. Het schip heeft vervolgens een abrupte beweging gemaakt, waardoor de staaldraad over de zogeheten towing pin is gewipt en werknemer heeft geraakt. Op grond van de hiervoor geschetste omstandigheden waaronder het ongeval zich heeft voorgedaan, wordt geconcludeerd dat sprake was van een gevaarlijke situatie en dat Van Wijngaarden onvoldoende maatregelen heeft getroffen en aanwijzingen heeft gegeven om mogelijke ongelukken te voorkomen. Van Wijngaarden voert in dit kader nog aan dat werknemer als eerste stuurman geruime ervaring heeft en wist dat de kapitein hem niet kon zien. Dit doet echter niet af aan de plicht van Van Wijngaarden om de veiligheid op de werkplek te waarborgen. Een werkgever moet er nu eenmaal rekening mee houden dat ook ervaren werknemers wel eens nalaten de zorgvuldigheid in acht te nemen die ter voorkoming van ongelukken nodig is en een inschattingsfout kunnen maken ten aanzien van mogelijk gevaar. Voor zover Van Wijngaarden werknemer verwijt dat hij (mede) heeft beslist om geen toolboxmeeting te houden, miskent Van Wijngaarden daarmee dat zij haar verantwoordelijkheid als werkgever voor een veilige werkomgeving als bedoeld in artikel 7:658 lid 1 BW niet kan uitbesteden aan een werknemer. Ook als werknemer mede verantwoordelijk was voor de veiligheid van de werkmethode aan dek en hierbij steken heeft laten vallen, betekent dit nog niet dat de schade die hij hierdoor oploopt voor zijn eigen rekening moet blijven. Artikel 7:658 lid 2 BW bepaalt immers dat alleen als de schade het gevolg is van opzet of roekeloosheid van de werknemer, dit de aansprakelijkheid van de werkgever opheft. Van opzet of roekeloosheid is in dit geval geen sprake. Uit het voorgaande volgt dat Van Wijngaarden niet alles heeft gedaan wat van haar verwacht mocht worden om te voorkomen dat werknemer schade zou lijden in de uitvoering van zijn werkzaamheden. Van Wijngaarden heeft dan ook haar zorgplicht geschonden en is aansprakelijk voor de schade die werknemer hierdoor lijdt. De verzochte verklaring voor recht wordt daarom toegewezen.