Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Special Cosmetics B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 1 maart 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:1970
Werknemer overtreedt concurrentiebeding door bij een onderneming die gekwalificeerd kan worden als gelijk, gelijksoortig of verwant aan de onderneming van werkgeefster in dienst te treden.

Feiten

Werknemer heeft verschillende dienstverbanden gehad bij Special Cosmetics en aan Special Cosmetics gelieerde ondernemingen. De laatste arbeidsovereenkomst is aangegaan op 1 september 2019, voor onbepaalde tijd. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentie- en boetebeding opgenomen. Werknemer heeft met een e-mail van 24 augustus 2020 zijn arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 31 oktober 2020. In een brief van 22 september 2020 heeft Special Cosmetics aan werknemer meegedeeld dat zij heeft begrepen dat werknemer in dienst wil treden bij Esse Skincare Netherlands B.V. (hierna: Esse) en dat dit niet is toegestaan, gelet op het overeengekomen concurrentiebeding. Werknemer is in ieder geval op 23 november 2020 in dienst getreden bij Esse. Werknemer vordert dat de kantonrechter de werking van het concurrentiebeding schorst of buiten effect stelt, dan wel een eventueel verschuldigde boete matigt en een billijke vergoeding toekent.

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter moet de vordering worden afgewezen. De kantonrechter is, anders dan werknemer, van oordeel dat werknemer door indiensttreding bij Esse en door het verrichten van werkzaamheden voor Esse het concurrentiebeding overtreedt. Esse is immers een onderneming die net als Special Cosmetics huidverzorgingsproducten verkoopt. Gelet daarop is Esse een concurrent van Special Cosmetics en in ieder geval een onderneming die gelijk, gelijksoortig of verwant is aan de onderneming van Special Cosmetics, zoals bedoeld in het concurrentiebeding. Het is werknemer dus verboden om tot en met 31 oktober 2021 in dienst of werkzaam te zijn voor Esse. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Special Cosmetics voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een bijzonder belang heeft bij handhaving van het concurrentiebeding. Special Cosmetics heeft uitvoerig en gedetailleerd toegelicht dat werknemer in zijn functie als Sales Manager op de hoogte was van bedrijfsgevoelige informatie van Special Cosmetics. De door werknemer gestelde belangen wegen daartegenover niet zwaar genoeg. Verder weegt de kantonrechter mee dat werknemer zelf heeft opgezegd en dat het concurrentiebeding al is beperkt tot één jaar na het einde van het dienstverband. Ook is van belang dat werknemer onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen andere werkzaamheden of inkomsten kan verkrijgen. Daarnaast is van betekenis dat werknemer ondanks een schriftelijke waarschuwing het concurrentiebeding willens en wetens heeft overtreden. De vorderingen worden afgewezen.

Boetes

Werknemer heeft het concurrentiebeding in ieder geval vanaf 23 november 2020 overtreden en is dus in beginsel een boete verschuldigd. Op de zitting heeft Special Cosmetics verklaard dat haar nu nog niet is gebleken dat zij schade heeft geleden door overtreding van het concurrentiebeding. Daartegenover staat dat toewijzing van een voorschot op de boete van € 40.000 voor werknemer, gelet op zijn loon bij Esse, een bedrag is van meer dan een half jaar salaris. Onder die omstandigheden leidt toewijzing van het volledige gevorderde voorschot tot een onaanvaardbaar resultaat. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat werknemer ook zal worden veroordeeld om het concurrentiebeding na te komen en zijn werkzaamheden voor Esse te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom. Het gevorderde voorschot op de boete zal gelet op het voorgaande worden toegewezen tot een bedrag van € 5.000.