Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 1 december 2020
ECLI:NL:GHSHE:2020:3705
Tussenuitspraak. Vordering wedertewerkstelling na ruim drie jaar arbeidsongeschiktheid. Werkneemster dient zich bij akte uit te laten over de stand van zaken in verband met door werkgever aangevraagde ontslagvergunning na dagvaarding in hoger beroep.

Feiten

Per 1 mei 1997 is werkneemster bij de rechtsvoorganger(s) van werkgever in dienst getreden en laatstelijk werkzaam geweest als (muziek)docente LD voor 29,43 uur per week. Op 28 maart 2017 is werkneemster arbeidsongeschikt geraakt in haar functie van muziekdocente. Binnen werkgever geldt een Herplaatsingsregeling. In de periode januari 2018 tot en met mei 2018 heeft werkneemster op meerdere vacatures binnen werkgever gesolliciteerd, waarvoor zij is afgewezen omdat ze geen ervaring had of overgekwalificeerd was. Voor de meivakantie van 2018 heeft werkneemster aan werkgever gevraagd om jaarlaagcoördinator te mogen worden op het [onderwijsinstelling] te [vestigingsplaats]. Het UWV heeft op 11 juli 2018 naar aanleiding van een verzoek van werkneemster geoordeeld dat de door werkgever uitgevoerde re-integratie-inspanningen onvoldoende waren. Het UWV heeft – naar aanleiding van een WIA-aanvraag van werkneemster – op 25 maart 2019 werkgever een loonsanctie opgelegd, omdat werkgever onvoldoende heeft gedaan om werkneemster te re-integreren, welke sanctie inhield dat werkgever het loon van werkneemster tot 24 maart 2020 diende door te betalen. Bij vonnis van 24 september 2019 heeft de kantonrechter als voorzieningenrechter in kort geding beslist op een eerdere vordering van werkneemster tot wedertewerkstelling, welke vordering is afgewezen. De loondoorbetalingsverplichting van werkgever is per 25 maart 2020 gestopt. Sindsdien ontvangt werkneemster een WIA-uitkering. Op verzoek van werkgever heeft een gecertificeerd registerarbeidsdeskundige van VerzuimConsulent wederom een arbeidsdeskundig onderzoek uitgevoerd en in een rapport van 17 juni 2020 geoordeeld dat werkgever beschikt over ander voor werkneemster passend werk, te weten de functie van beleidsadviseur onderwijs. Voorts is geoordeeld dat werkgever mogelijk over ander passend werk beschikt, namelijk de rol van jaarlaagcoördinator en de functie van stafmedewerker onderwijs en kwaliteit. In de onderhavige procedure vorderde werkneemster onder meer de wedertewerkstelling, primair als beleidsadviseur onderwijs, subsidiair als jaarlaagcoördinator en meer subsidiair in een andere passende functie binnen werkgever. In het in hoger beroep bestreden vonnis van 20 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van werkneemster afgewezen.

Oordeel

Bij memorie van antwoord heeft werkgever aangevoerd dat hij op 3 september 2020 een ontslagaanvraag heeft ingediend bij het UWV wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. De datum van het verzoek is gelegen na de datum waarop het exploot van dagvaarding in het hoger beroep is betekend en de conclusie van eis in hoger beroep is genomen. Werkneemster heeft daarom in dit geding niet op deze ontwikkeling kunnen reageren. Het hof is van oordeel dat dat werkneemster zich bij akte dient uit te laten over de stand van zaken met betrekking tot het door werkgever ingediende verzoek tot afgifte van een ontslagvergunning. Mocht het zo zijn dat deze vergunning is verleend en de arbeidsovereenkomst met gebruikmaking daarvan inmiddels is opgezegd of opgezegd gaat worden, dan doet zich de vraag voor welk belang werkneemster nu nog heeft bij de gevorderde voorzieningen. Omdat het schooljaar 2020/2021 inmiddels al is aangevangen en aan werkneemster een WIA-uitkering is verstrekt, is haar belang bij een beslissing in deze zaak niet dermate spoedeisend dat een nadere aktewisseling over de ontslagprocedure bij het UWV niet afgewacht kan worden, te minder nu de uitslag daarvan beslissend kan zijn voor het onderhavige geding. Elke verdere beslissing en beoordeling wordt aangehouden.