Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Wifocarr v.o.f.
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 19 maart 2021
ECLI:NL:RBOVE:2021:1519
Vordering tot betaling van achterstallig loon van zieke werknemer in kort geding toegewezen. Wettelijke verhoging gematigd tot 10%.

Feiten

Werknemer is op 4 januari 2016 in dienst getreden bij Wifocarr v.o.f. in de functie van carrosseriebouwer. Op 23 september 2019 heeft hij zich ziek gemeld. Partijen zijn bij vaststellingsovereenkomst overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst per 1 april 2021 met wederzijds goedvinden zal eindigen. Werknemer vordert, bij kort geding, in dagvaarding de veroordeling van Wifocarr tot betaling van achterstallig loon.

Oordeel

Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de vordering en het door werknemer gestelde belang daarbij. Werknemer heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat Wifocarr haar verbintenis tot loonbetaling niet is nagekomen. Werknemer stelt dat Wifocarr tot en met 31 oktober 2020 een bedrag van € 8.448,58 netto te weinig heeft betaald. Tijdens de zitting is deze eis gewijzigd en heeft werknemer aangevoerd dat Wifocarr inmiddels enkele salarisbetalingen heeft gedaan. Tevens geldt op basis van de cao dat na zes maanden ‘slechts’ 90% van het salaris moet worden doorbetaald. De aftrek van voorgaande posten brengt naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter met zich dat de vordering tot betaling van het bedrag van € 8.448,58 netto is verminderd tot nihil, zodat deze vordering niet toewijsbaar is. Voorts zijn partijen het erover eens dat Wifocarr over de maanden november en december 2020, alsmede januari en februari 2021 conform de toepasselijke cao nog loon moet betalen van 2.166,30 bruto per maand. Dit betekent dat Wifocarr voorshands een bedrag van € 8.665,20 bruto aan werknemer is verschuldigd. Wifocarr zal worden veroordeeld tot betaling hiervan. Voorts zal Wifocarr ook worden veroordeeld tot betaling van het loon van € 2.166,30 bruto per maand vanaf 1 maart 2021 tot de dag dat het dienstverband tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te weten 1 april 2021. In verband met de vertraging in de loonbetaling is Wifocarr over het achterstallige salaris de wettelijke rente en de wettelijke verhoging verschuldigd. De kantonrechter ziet in de omstandigheden van het geval aanleiding deze verhoging te matigen tot 10%.