Naar boven ↑

Rechtspraak

Zytec B.V./opdrachtnemer
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 19 mei 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:4348
Geen arbeidsovereenkomst. Gelet op uitvoering die tussen 2015 en 2020 aan de overeenkomst is gegeven is sprake van een overeenkomst van opdracht.

Feiten

Opdrachtnemer heeft tot en met april 2018 een ‘fee’ van € 6.000 netto (met omzetbelasting) gefactureerd aan Zytec B.V. en vanaf mei 2018 een fee van € 6.300 netto. Zytec schrijf in een brief aan opdrachtnemer van 8 december 2020 onder meer dat zijn overeenkomst van opdracht opgezegd wordt tegen 31 december 2020. Partijen twisten over de vraag of de rechtsverhouding tussen opdrachtnemer en Zytec als een arbeidsovereenkomst gezien moet worden. 

Oordeel

Uit niets blijkt dat het sluiten van een arbeidsovereenkomst partijen voor ogen heeft gestaan en evenmin is gebleken dat Zytec en opdrachtnemer zich na december 2015 hebben gedragen alsof tussen hen sprake was van een arbeidsovereenkomst. Opdrachtnemer kreeg betaald door iedere maand, op briefpapier van zijn eenmanszaak, zijn, zoals Zytec het noemt, ‘fee’ in rekening te brengen, vermeerderd met omzetbelasting, terwijl loon en omzetbelasting geen bij elkaar horende begrippen zijn. Over vakantietoeslag, vakantiedagen en/of pensioen, zaken die toch onlosmakelijk verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst, is nooit met één woord tussen partijen gesproken. Het kan zijn dat opdrachtnemer alles aan zijn boekhouder gaf en zich niet bezighield met de financiële kant van de zaak, maar ook de boekhouder heeft kennelijk geen aanleiding gezien opdrachtnemer erop te wijzen dat hij, omdat hij toch een arbeidsovereenkomst had met Zytec, recht had op meer dan Zytec hem betaalde, bijvoorbeeld op de € 52.659,24 bruto aan vakantietoeslag waar opdrachtnemer in deze zaak om verzoekt. De boekhouder heeft ook nooit gevraagd om loonstroken en/of jaaropgaven. Een logische verklaring voor het achterwege blijven van opmerkingen van de boekhouder is dat ook de boekhouder wist, van zijn opdrachtgever (nl. opdrachtnemer), dat van een arbeidsovereenkomst geen sprake was. Opdrachtnemer tracht in zijn verzoekschrift de bij een arbeidsovereenkomst horende begrippen ‘arbeid, loon en gezag’ in de voor hem meest gunstige zin in te kleuren. Dit is vanuit hem gezien begrijpelijk, maar gelet op de uitvoering die tussen 2015 en 2020 door partijen aan hun overeenkomst gegeven is, is die inkleuring te flets om de door opdrachtnemer gewenste conclusie te kunnen trekken. Aan opdrachtnemer kan worden toegegeven dat het maandelijks factureren van een vast bedrag (en steeds hetzelfde bedrag) voor vier dagen werken in de week aan ‘arbeid’ en ‘loon’ doet denken maar hier tegenover staat dat hij zelf bepaalde waar en wanneer hij werkte en geen overleg voerde over het opnemen van bijvoorbeeld vakantie. Zijn opdracht was het bedenken en ontwikkelen van magneetkoppelingen en de manier waarop hij dat deed was aan hem. Bovendien mocht hij er opdrachten voor anderen naast doen. Opdrachtnemer was een vrij man en zo gedroeg hij zich ook. Uiteindelijk heeft dit onafhankelijke gedrag van opdrachtnemer geleid tot het door Zytec verbreken van de relatie. In dit verband wordt nog opgemerkt dat een werknemer zich een dergelijke houding jegens de werkgever al helemaal niet kan permitteren, zodat de overige verzoeken van opdrachtnemer hoe dan ook niet toegewezen zouden zijn. Omdat van een arbeidsovereenkomst tussen partijen geen sprake was, is, zoals hiervoor ook al overwogen, geen van de verzoeken van opdrachtnemer toewijsbaar.