Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 26 mei 2021
ECLI:NL:RBLIM:2021:4297
Ontbinding in verzoekschriftprocedure afgewezen. Werkgever wordt bij kort geding veroordeeld om werknemer in de gelegenheid te stellen zijn werkzaamheden te hervatten.

Feiten

Werknemer vordert dat de kantonrechter in kort geding, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, werkgever veroordeelt om hem in gelegenheid te stellen zijn werkzaamheden op normale, gebruikelijke wijze te hervatten. Aan zijn vordering legt hij ten grondslag dat werkgever in strijd met het beginsel van goed werkgeverschap handelt. Hiertoe voert hij aan dat werkgever zijn eerder gegeven toestemming voor het verrichten van nevenwerkzaamheden niet zomaar mag intrekken en dat de weigering aan zijn zijde om direct met de nevenwerkzaamheden te stoppen geen redelijke grond voor op non-actiefstelling oplevert. Werkgever voert het verweer dat werknemer zich niet als een goed werknemer gedraagt, in strijd met de geldende cao concurrerende nevenwerkzaamheden verricht en dat bovendien de verhouding tussen partijen reeds verstoord is geraakt zodat de arbeidsovereenkomst om die redenen ontbonden dient te worden.

Oordeel

In de verzoekschriftprocedure is de door werkgever verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen en is geoordeeld dat werknemer uiterlijk op 1 maart 2022 moet stoppen met zijn nevenwerkzaamheden. Nu de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet is ontbonden, is de kantonrechter van oordeel dat werknemer in de gelegenheid moet worden gesteld de overeengekomen arbeid te verrichten. Dat vloeit ook voort uit de algemene maatstaf van artikel 7:611 BW, het goed werkgeverschap. Uitgangspunt is dat de werkgever jegens zijn werknemer zorgvuldig handelt en dat ernaar wordt gestreefd om een werknemer pas van zijn werkzaamheden te ontheffen op het moment dat het dienstverband op rechtmatige wijze is beëindigd. Gelet op het voorgaande zal de vordering van werknemer om werkgever te veroordelen om hem in de gelegenheid te stellen zijn werkzaamheden op normale, gebruikelijke wijze te hervatten, worden toegewezen.