Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Bospop e.d. / X
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 9 juni 2021
ECLI:NL:RBLIM:2021:4587
De vordering tot (tijdelijk) buiten werking stellen van een bestuursbesluit moet worden ingesteld tegen de rechtspersoon en niet de bestuurders als natuurlijke personen.

Feiten

Voorzitter is in de jaren tachtig met een aantal vrienden het popfestival Bospop begonnen. Bij notariële akte van 10 april 1986 is Stichting Bospop opgericht. Vanwege groei en mede op aangeven van MOJO – waarmee werd samengewerkt – was een wijziging van het bestuursmodel van Stichting Bospop gewenst. Tijdens de bestuursvergadering van 31 januari 2021 bleek dat binnen het bestuur van Stichting Bospop een tweedeling bestond over het in te voeren nieuwe bestuursmodel. Bestuurders 2 tot en met 4 hebben bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen hervorming van het bestuur naar een one-tier model en de daaruit voortvloeiende beëindiging van hun bestuursfunctie. Voorzitter heeft zijn notulen van de vergadering van 13 maart 2021 vastgesteld, waarin staat opgenomen dat bestuurders 2 tot en met 4 met onmiddellijke ingang als bestuursleden van de Stichting worden ontslagen. Door bestuurders 2 tot en met 4 zijn eveneens notulen vastgesteld van de vergadering van 13 maart 2021, waarin staat opgenomen dat na beraad eenparig is besloten dat voorzitter en X zijn ontslagen als bestuurders van Stichting Bospop. Op 13 maart 2021 hebben voorzitter en X een e-mail gestuurd aan de vrijwilligers van Stichting Bospop waarin zij zeggen dat het bestuur afscheid heeft genomen van bestuurders 2 tot en met 4 van Stichting Bospop vanwege een onoverkomelijk verschil van inzicht en visie over de toekomst van Bospop. De Kamer van Koophandel heeft bij brief van 15 maart 2021 aan bestuurders 2 tot en met 4 laten weten dat zij een opgave heeft ontvangen om hen uit te schrijven als bestuurders. Tegen de uitschrijving is bezwaar gemaakt. Bestuurders 2 tot en met 4 zijn een bodemprocedure gestart tegen Stichting Bospop en voorzitter c.s., waarin onder andere de geldigheid van hun ontslag als bestuurder wordt aangevochten. Stichting Bospop c.s. vorderen voorzitter c.s. te verbieden zich op te stellen als zou er wel een rechtsgeldig bestuursbesluit strekkende tot het ontslag van eisers als bestuurders van Bospop zijn genomen en voorzitter c.s. te gelasten dat Stichting Bospop c.s. in de gelegenheid worden gesteld hun bestuurstaken bij Bospop met alle daaraan verbonden rechten en plichten uit te oefenen tot de bodemrechter onherroepelijk heeft geoordeeld.

Oordeel

De voorzieningenrechter ziet zich eerst geplaatst voor de vraag of Stichting Bospop c.s. de vordering tegen de juiste partijen hebben ingesteld. Deze vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Feitelijk vragen bestuurders 2 tot en met 4 om de gevolgen van het besluit tijdelijk buiten werking te stellen. Een bestuursbesluit heeft te gelden als een rechtshandeling van de rechtspersoon, in dit geval Stichting Bospop. Een vordering tot aantasting van dat besluit dient in beginsel dan ook te worden ingesteld tegen Stichting Bospop. In deze procedure is de vordering echter niet ingesteld tegen Stichting Bospop als de rechtspersoon die het besluit heeft genomen, maar jegens een viertal natuurlijke personen. Zelfs als zou worden aangenomen dat voorzitter c.s. desondanks in hun hoedanigheid van bestuurder zijn aangesproken, zal de vordering moeten worden afgewezen omdat een deugdelijke grondslag ontbreekt voor het toewijzen van de vordering. Bestuurders van rechtspersonen kunnen namelijk slechts in bijzondere gevallen persoonlijk worden aangesproken voor hun handelen als bestuurder.

Het verstrekken van afschriften

De vordering tot afgifte van het verslag dat de one-tire board de enige optie is en het advies daarover van MOJO wordt ook afgewezen. Stichting Bospop c.s. hebben onvoldoende gesteld om aan te nemen dat zij een rechtmatig belang hebben bij afgifte van de opgevraagde stukken.

Het staken van onrechtmatige uitlatingen

De voorzieningenrechter stelt voorop dat iemand alleen verantwoordelijk kan worden gehouden voor de inhoud van een artikel dat hij zelf heeft geschreven of dat in zijn opdracht is geschreven en/of gepubliceerd en dat alleen diegene kan worden veroordeeld tot verwijdering daarvan. Dit betekent dat iemand niet verplicht kan worden tot het verwijderen van een publicatie waarvoor hij geen verantwoordelijkheid draagt en waarover hij geen zeggenschap heeft. Stichting Bospop c.s. hebben niet gesteld en de voorzieningenrechter is ook niet gebleken dat de artikelen op de website van De Limburger en op de webpagina van De Limburg door voorzitter c.s. of in hun opdracht zijn geschreven en gepubliceerd. De vordering tot staking en gestaakt houden van onrechtmatige uitlatingen kan niet worden toegewezen.

Schorsen van de voorzitter

De voorzieningenrechter is van oordeel dat Stichting Bospop c.s. onvoldoende hebben gesteld om voorshands aannemelijk te achten dat sprake is van belangenverstrengeling. De enkele omstandigheid dat voorzitter sinds oktober 2020 zowel voorzitter van het bestuur als bezoldigd festivaldirecteur is, acht de voorzieningenrechter onvoldoende om belangenverstrengeling aan te nemen.