Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 7 mei 2021
ECLI:NL:RBAMS:2021:2607
Feiten
Werknemers zijn respectievelijk per 5 februari 2018 en 1 september 2007 in dienst getreden bij XXS Amsterdam B.V. (hierna XXS), een communicatie-, ontwerp- en adviesbureau (mede gericht op reclame en marketing), beiden op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Op de arbeidsovereenkomsten zijn een geheimhoudingsbeding en een concurrentiebeding/relatiebeding van toepassing, met daaraan gekoppeld een boetebeding. Werknemers hebben beiden hun arbeidsovereenkomst met XXS opgezegd per 1 november 2020. Blijkens een uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel is op 16 november 2020 Here B.V. opgericht (startdatum onderneming 21 oktober 2020) waarbij werknemers indirect aandeelhouder en bestuurder zijn. Blijkens dit uittreksel verricht deze onderneming adviserende activiteiten op het gebied van communicatie en reclamestrategie, en levert zij creatieve concepten en consultancy/management. Na een vermoeden van XXS dat werknemers werkzaamheden verrichtten voor een cliënt van XXS (‘KIA’ Motors Nederland B.V, hierna: KIA), heeft zij een intern onderzoek verricht. Hieruit bleek dat werknemer 1 op 22 juni 2020 meer dan dertig overeenkomsten van XXS met cliënten had gedownload en werknemer 2 in oktober 2020 een groot aantal documenten van XXS had gedownload. Deze documenten bevatten cliëntgegevens, prijsafspraken en leveringsvoorwaarden. XXS vordert, in kort geding, afschrift te verstrekken van alle correspondentie na 1 januari 2020 tussen werknemers en klanten van XXS en tussen werknemer 1 en werknemer 2 waarin KIA wordt genoemd en alle bescheiden met een bijlage als document en als trefwoord KIA. Tevens vordert zij dat werknemers deze bestanden dienen te verwijderen van hun privécomputers. Aan deze vordering legt XXS ten grondslag dat werknemers hebben gehandeld in strijd met het geheimhoudings-, relatie- en concurrentiebeding en dat XXS er belang bij heeft vast te stellen hoe groot de schade is die zij heeft geleden en nog lijdt door toedoen van werknemers. Werknemers voeren onder meer aan dat ten aanzien van werknemer 2 niet voldaan is aan het schriftelijkheidsvereiste van het concurrentiebeding. Daarnaast stellen zij dat het KIA was die verder wilde met werknemers en dat de interim-managing director van XXS heeft toegestaan om in november en december 2020 voor KIA te werken. Daarbuiten hebben werknemers niet voor KIA gewerkt en hebben zij niet aan KIA gefactureerd.
Oordeel
Deze zaak ziet primair op inzage, afschrift en vernietiging. De kantonrechter is van oordeel dat de vorderingen van XXS voor zover die zien op inzage, afschrift en vernietiging moeten worden toegewezen. In het hiernavolgende zullen de arbeidsrechtelijk interessante punten nader worden toegelicht. Ten aanzien van de stelling van werknemer 2 dat niet voldaan is aan het schriftelijkheidsvereiste van het concurrentiebeding, oordeelt de kantonrechter als volgt. Bij verlenging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in 2008 is over het eerder opgenomen beding niets bepaald, maar zijn dus ook geen nadere afspraken gemaakt. Weliswaar is de functie van werknemer 2 in de loop der tijd veranderd, maar dat het concurrentiebeding te zeer is gaan knellen, dan wel redelijkerwijs niet meer geldend moet worden geacht, is niet aannemelijk geworden. Daarnaast heeft te gelden dat werknemer 2 (en ook werknemer 1) door XXS niet alleen overtreding van het concurrentiebeding, maar ook van het geheimhoudingsbeding wordt verweten. De geldigheid van dat beding is niet bestreden. Voor zover sprake is (geweest) van toestemming van XXS aan werknemers om in de maanden november en december 2020 tijdelijk voor KIA werkzaamheden te verrichten overweegt de kantonrechter dat deze toestemming is verleend onder voorwaarden zoals contractverlenging met KIA en intern overleg binnen XXS, terwijl aan die voorwaarden niet is voldaan zodat in feite geen sprake is (geweest) van toestemming voor het verrichten van die werkzaamheden.