Feiten

Werknemer is op 28 mei 2018 op basis van een uitzendovereenkomst in dienst getreden bij Werktalent B.V. Werknemer is werkzaamheden gaan verrichten voor S.M.E.S. 2 B.V. (hierna: Smes). Op 15 oktober 2018 is werknemer tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden ten val gekomen en op een hamer terecht gekomen, omdat zijn collega van een trap en tegen werknemer aan is gevallen. Werknemer is vanaf de werklocatie met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht en aldaar geopereerd. Hij was op dat moment niet verzekerd voor ziektekosten. Kort daarna heeft Werktalent het uitzendcontract beëindigd. Aan werknemer is een Ziektewetuitkering toegekend. Werknemer vordert thans onder meer een verklaring voor recht dat Werktalent aansprakelijk is voor de schade die hij door het arbeidsongeval heeft geleden en veroordeling van Werktalent tot vergoeding van de schade. Werktalent voert verweer en vordert in de vrijwaringszaak onder meer een verklaring voor recht dat Smes gehouden is Werktalent te vrijwaren ter zake van de schade die Werktalent aan werknemer zou dienen te vergoeden.

Oordeel

Aansprakelijkheid Werktalent

Werktalent betwist de door werknemer gestelde toedracht van het ongeval niet. Wel meent Werktalent dat zij voldaan heeft aan de op haar rustende zorgplicht en daarom niet aansprakelijk is voor de schade die werknemer lijdt. Dit verweer wordt verworpen. De directe oorzaak van de val van de collega van werknemer is naar het oordeel van de kantonrechter te wijten aan het feit dat de collega werkzaam was op een trap die oud was en wiebelde. Hierdoor is de collega gevallen, waardoor het arbeidsongeval van werknemer heeft kunnen plaatsvinden. Het causale verband tussen de werkzaamheden en de schade is daarmee een gegeven. De kantonrechter is verder van oordeel dat Werktalent niet aan haar zorgverplichting heeft voldaan. Zij heeft weliswaar persoonlijke beschermingsmiddelen verschaft aan werknemer en heeft bij Smes navraag gedaan naar de arbeidsomstandigheden, maar gelet op het feit dat werknemer (zeer) risicovolle werkzaamheden verrichtte en de kans op arbeidsongevallen dus groot was, had van Werktalent een actievere houding mogen worden verwacht, bijvoorbeeld er actiever op toezien dat er ter plaatse daadwerkelijk werkzaamheden werden verricht met deugdelijk en veilig materiaal. Nu dit niet is gebeurd, is Werktalent als formele werkgever aansprakelijk voor de schade van werknemer. De verklaring voor recht wordt toegewezen. Ten aanzien van de hoogte van het voorschot op de schadevergoeding overweegt de kantonrechter dat werknemer voor het ambulancevervoer en de heupoperatie een totaalbedrag van € 10.962,32 verschuldigd is. Doordat Werktalent werknemer niet heeft gewezen op de verplichting een ziektekostenverzekering af te sluiten, kan zij het werknemer nu niet tegenwerpen dat hij niet verzekerd was. Werktalent is daarom gehouden de medische kosten aan werknemer te betalen. Voornoemd bedrag wordt daarom als voorschot toegewezen. Voor het overige volgt een verwijzing naar de schadestaatprocedure.

Vordering jegens Smes

Volgens de kantonrechter staat vast dat werknemer op 15 oktober 2018 was ingeleend door Smes van Werktalent. De kantonrechter is voorts van oordeel dat Smes als inlenende partij ook aansprakelijk kan worden gehouden. De door werknemer uitgevoerde sloopwerkzaamheden vallen onder de normale uitoefening van het bedrijf van Smes. Daarnaast is werknemer voor de zorg voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk geweest van Smes. Aan de voorwaarden uit het Davelaar/Allspan-arrest (zie AR 2012-0275) is daarmee voldaan. Smes was daarbij niet slechts een ‘papieren tussenpersoon’, maar was daadwerkelijk met personeel én materiaal op de plaats van het ongeval aanwezig. Smes wordt veroordeeld tot betaling aan Werktalent van de helft waartoe Werktalent ten opzichte van werknemer wordt veroordeeld.