Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 18 mei 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:6783
Feiten
Werknemer is op 5 februari 2001 in dienst getreden bij Inflight Productions B.V. (hierna: Inflight). De laatste functie die werknemer vervulde, is die van Content Programming Manager. Inflight heeft op dit moment drie werknemers in dienst, van wie werknemer er één is. Binnen het concern waartoe Inflight behoort zijn ongeveer 1300 mensen werkzaam. Inflight heeft begin 2019 een deel van haar werkzaamheden geautomatiseerd. Daarnaast heeft zij een deel van de werkzaamheden van werknemer voor Air France-KLM overgeplaatst naar medewerkers van het concern in Londen. Ook is een deel van de werkzaamheden van werknemer onder de verantwoordelijkheid komen te vallen van medewerkers met de nieuwe functie Content Planner. Op 23 september 2020 heeft Inflight het UWV verzocht toestemming te verlenen voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst tussen partijen wegens bedrijfseconomische redenen. Het UWV heeft deze toestemming geweigerd. Volgens het UWV heeft Inflight de bedrijfseconomische omstandigheden onvoldoende onderbouwd. Daarnaast heeft Inflight onvoldoende herplaatsingsinspanningen verricht, aldus het UWV, doordat uit de stukken niet blijkt dat met werknemer op z’n minst een herplaatsingsgesprek heeft plaatsgevonden. Inflight verzoekt de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden vanwege bedrijfseconomische redenen (a-grond).
Oordeel
Naar het oordeel van de kantonrechter is geen sprake van een voldragen a-grond. Daartoe wordt het volgende overwogen. Inflight voert aan dat er als gevolg van technologische ontwikkelingen minder werkzaamheden te verrichten zijn in het kader van het ontwikkelen en aanbieden van de aan de klanten te leveren programmering. Naar het oordeel van de kantonrechter ontbreekt echter een duidelijke onderbouwing van de vermindering of het verval van de werkzaamheden van werknemer. De enkele verklaring van de leidinggevende van werknemer en de daarbij overgelegde tabel van werkzaamheden is daarvoor in elk geval onvoldoende. Werknemer heeft de juistheid van die tabel betwist en opgemerkt dat die geen volledig overzicht bevat van de werkzaamheden van werknemer. Inflight heeft daar niet concreet iets tegen ingebracht. Zij voert nog aan dat de programmeringswerkzaamheden worden gecentraliseerd in Londen, maar hieruit blijkt naar het oordeel van de kantonrechter nog niet dat dit ook leidt tot het verval van de arbeidsplaats van werknemer. Met betrekking tot de herplaatsingsplicht van Inflight oordeelt de kantonrechter dat niet is komen vast te staan dat partijen in gesprek zijn gegaan over herplaatsingsmogelijkheden binnen het concern. Ook heeft Inflight niet aannemelijk gemaakt dat zij inspanningen heeft geleverd om een passende functie voor werknemer te vinden binnen het concern. Gezien de omvang van het concern en het feit dat werknemer al twintig jaar in dienst is, mocht van Inflight in redelijkheid worden verwacht dat zij zou proberen werknemer binnen het concern te herplaatsen. Dit heeft zij niet gedaan. Zij heeft dan ook niet aan haar herplaatsingsverplichting voldaan. De conclusie is dat de kantonrechter het ontbindingsverzoek van Inflight afwijst.