Feiten

Werknemer is van 11 december 2019 tot en met 10 maart 2020 als uitzendkracht in dienst geweest bij Heuma Service B.V. (hierna: Heuma) op basis van een uitzendkrachtovereenkomst voor bepaalde tijd. Gedurende deze overeenkomst is tevens een gebruikersovereenkomst tussen partijen overeengekomen inzake een bedrijfsauto voor het uitoefenen van de functie (voor zakelijk gebruik). De auto mag ook voor privédoeleinden worden gebruikt met een maximum van gemiddeld 1.250 privékilometers per maand. Heuma rekent voor privégebruik een eigen bijdrage van € 23,08 per week, tenzij projectmatig andere afspraken zijn gemaakt. Voor verkeersovertredingen waaruit een boete volgt, wordt geen vergoeding door Heuma gegeven. Schade aan de auto komt in beginsel voor rekening van Heuma, behoudens het eigen risico dat aan de berijder in rekening wordt gebracht als de schade door de verzekeraar niet bij een tegenpartij te verhalen is. Na uitdiensttreding van werknemer heeft Heuma – na verrekening met het salaris – door middel van de eindafrekening van 25 maart 2021 een bedrag van € 870,50 bij werknemer in rekening gebracht inzake verkeersboetes, niet geretourneerde gereedschappen, eigen risico, administratiekosten verkeersboete en afrekening privékilometers. Naast de eindafrekening heeft Heuma € 63 bij werknemer in rekening gebracht vanwege een verkeersboete waarmee zij nadien bekend is geworden. Werknemer heeft het voornoemde totaalbedrag van € 933,50 niet aan Heuma betaald. Heuma vordert dat werknemer wordt veroordeeld tot betaling aan haar van een bedrag van € 1.088,54 (bestaande uit € 933,50 aan hoofdsom, € 15,01 aan verschenen wettelijke rente en € 140,03 aan buitengerechtelijke incassokosten). Werknemer voert daartegen aan dat hij alleen de verkeersboetes en administratiekosten wil betalen. De gereedschappen wil hij inleveren zodat hij daarvoor geen bedrag meer verschuldigd is.

Oordeel

Werknemer heeft de verschuldigdheid van de verkeersboetes en de administratiekosten erkend. Dit deel van de vordering wordt daarom toegewezen. De verschuldigdheid van de gevorderde bedragen aan eigen risico voor schade aan de auto en afrekening privékilometers is door werknemer niet betwist. Dit deel van de vordering wordt daarom eveneens toegewezen. Met betrekking tot het gereedschap heeft Heuma ter zitting aangevoerd dat werknemer meerdere keren tevergeefs in de gelegenheid is gesteld om het gereedschap terug te geven. Ook heeft werknemer daaromtrent zelf geen concreet voorstel gedaan, aldus Heuma. Door niet te verschijnen op de mondelinge behandeling heeft werknemer de mogelijkheid voorbij laten gaan om te reageren op de nadere stellingen van Heuma en heeft hij deze stellingen onvoldoende gemotiveerd weersproken gelaten. In rechte wordt dan ook uitgegaan van de juistheid van de stellingen van Heuma. Ook dit deel van de vordering zal daarom worden toegewezen.