Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 27 augustus 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:8906
Feiten
Werknemer vordert onder meer dat MSPD wordt veroordeeld tot betaling van het overeengekomen salaris ad € 7.000 bruto per maand over de periode totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig mocht zijn geëindigd en te bewerkstelligen dat werknemer binnen 24 uur na het vonnis op gelijke wijze en in gelijke mate als dat tot 8 maart 2021 het geval was, wordt toegelaten tot zijn gebruikelijke werkzaamheden, met uitzondering van zijn werkzaamheden als statutair directeur. Werknemer legt aan zijn vordering ten grondslag nakoming van de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en MSPD. Hij stelt dat hij met het beëindigen van het statutair bestuurderschap ten aanzien van de besloten vennootschappen bedrijf Y en Z niet zijn arbeidsovereenkomst met MSPD heeft beëindigd. Werknemer is vanaf 8 maart 2021 niet meer in de gelegenheid zijn werkzaamheden in het kader van de arbeidsovereenkomst uit te voeren, omdat MSPD hem de toegang heeft ontzegd. Hij heeft met ingang van maart 2021 geen volledig salaris ontvangen en heeft thans een spoedeisend belang bij betaling daarvan. MSPD voert aan dat werknemer uitsluitend als statutair bestuurder werkzaam is geweest voor het Schotteconcern en slechts in die hoedanigheid loon heeft ontvangen. Met werknemer is vanwege administratieve redenen afgesproken dat hij in MSPD werd verloond. Tussen MSPD en werknemer bestaat geen gezagsverhouding, zodat er feitelijk ook geen arbeidsovereenkomst bestaat. Werknemer maakte verder ook geen uren voor MSPD. De kosten die door MSPD werden betaald werden een-op-een doorbelast aan het Schotteconcern. Werknemer heeft op 2 maart 2021 het bestuurderschap neergelegd van bedrijf Y en op 8 maart 2021 van bedrijf Z. Het neerleggen van het bestuur betekent ook het einde van zijn dienstverband bij MSPD. Nu het dienstverband onlosmakelijk verbonden is met het statutair bestuurderschap dient analoog naar en op grond van de 15-april arresten te worden geoordeeld dat werknemer zijn dienstverband met MSPD heeft beëindigd.
Oordeel
MSPD betwist dat sprake is van een arbeidsovereenkomst, nu er geen gezagsverhouding bestaat tussen werknemer en MSPD en dat, voor zover de arbeidsovereenkomst al bestaan heeft, deze reeds op 2 en 8 maart 2021 is geëindigd. De vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst kan in dit kort geding in het midden blijven. Voor zover sprake is van een arbeidsovereenkomst heeft de kantonrechter in de tussen partijen gevoerde procedure met kenmerk 9192803 VZ VERZ 21-7717 bij beschikking van heden reeds overwogen dat met het door werknemer neerleggen en dus beëindigen van het bestuurderschap van bedrijf Y en Z de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en MSPD is geëindigd. De voorzieningenrechter sluit zich aan bij dit oordeel. Gelet hierop wordt ervan uitgegaan dat tussen partijen geen sprake meer is van een arbeidsovereenkomst. Reeds gelet hierop dient de vordering tot wedertewerkstelling, de loonvordering en de daaraan gerelateerde vorderingen te worden afgewezen.