Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 29 september 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:8437
Feiten
Werknemer is in dienst bij RB-Netcom B.V. (hierna: RD) in de functie van productmanager. Werknemer is de enige werknemer van RD. Hij is sinds 16 of 17 juli 2020 ziek gemeld. In de schriftelijke arbeidsovereenkomst is niets geregeld over de toepassing van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Op 24 juni 2020 heeft RD een voorstel aan werknemer gedaan tot beëindiging van zijn dienstverband met wederzijds goedvinden. Werknemer heeft dit voorstel afgewezen, onder andere omdat hij vindt dat de Cao Technische Groothandel (hierna ook: de cao) van toepassing is op zijn arbeidsovereenkomst. RD heeft zich op het standpunt gesteld dat de cao niet van toepassing is. Werknemer vordert dat de kantonrechter voor recht verklaard dat RD valt onder de werkingssfeer van de Cao Technische Groothandel en RD veroordeelt tot naleving van deze cao met terugwerkende kracht tot 15 juni 2015.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt dat RD onder de werkingssfeer van de Cao Technische Groothandel valt. Daartoe wordt overwogen dat RD geen lid is van een cao-sluitende partij en geen gebonden werkgever is in de zin van de Wet CAO. Daarom zou RD op zich alleen gebonden kunnen zijn aan de Cao Technische Groothandel voor zover deze algemeen verbindend is verklaard. De kantonrechter stelt voorop dat de Cao Technische Groothandel algemeen verbindend is verklaard voor de periode 25 juni 2015 tot 1 juli 2016, 25 augustus 2018 tot 1 januari 2019 en 27 juni 2020 tot 27 juni 2022. Voor deze periodes heeft de Cao Technische Groothandel als recht te gelden. De uitleg van de werkingssfeerbepalingen in de cao moet naar objectieve maatstaven gebeuren. Uit de cao-bepalingen volgt dat de kantonrechter moet beoordelen of RD in hoofdzaak (meer dan 50% van de gewerkte uren) een groothandel in elektrotechnische en elektronische artikelen in de zin van artikel 6 in samenhang met artikel 1 uitoefent. Daarbij gaat het om de aard en omvang van de feitelijke activiteiten van het bedrijf van RD. Met deze wijze van bedrijfsvoering valt RD naar het oordeel van de kantonrechter onder de werkingssfeer van artikel 6 in samenhang met artikel 1 en 9 van de Cao Technische Groothandel. Dit wordt als volgt toegelicht. RD is aan te merken als een groothandel. Zij handelt in onder andere intercoms, beveiligingssystemen, GSM gateways, blussystemen, bedienzuilen, routers, voedingen, mediaconverters, elektromechanische sloten en audio- en omroepsystemen. Zij betrekt die artikelen voor eigen rekening en risico van leveranciers en houdt deze naar behoefte in voorraad. RD verkoopt de artikelen los of als onderdeel van een totaaloplossing en dus na verwerking. De producten waarin RD handelt, zijn elektronische apparaten. Werknemer heeft gesteld dat RD meer dan 50% van de gewerkte uren besteedt aan haar activiteiten als groothandel in elektrotechnische artikelen. RD heeft alleen betwist dat zij is aan te merken als een groothandel in elektrotechnische artikelen; niet dat zij meer dan 50% van de gewerkte uren aan die activiteiten verricht. De kantonrechter gaat daar dus van uit. De kantonrechter volgt RD ook niet in haar stelling dat haar bedrijfsactiviteiten het meest vergelijkbaar zijn met de activiteiten die vallen onder de Cao voor Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche (de ICK Cao). RD handelt niet alleen in ICT- en telecomproducten, ze handelt bijvoorbeeld ook in blussystemen en elektromechanische sloten. Dat RD zich in de ICT-/telecombranche begeeft, maakt die producten geen hardware in de zin van de ICK Cao. Omdat de kantonrechter concludeert dat RD onder de werkingssfeer van de Cao Technische Groothandel valt, moet zij de cao alsnog tegenover werknemer naleven voor zover het de periodes van algemeenverbindendverklaring betreft.