Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Fedex Express Netherlands B.V.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 10 augustus 2021
ECLI:NL:GHDHA:2021:1637
Er is redelijke mate van zekerheid dat werknemer als chauffeur betrokken was bij verdwijning van door hem te vervoeren oorbellen. Terecht ontslag op staande voet. Anders dan kantonrechter acht het hof dit ernstig verwijtbaar.

Feiten

Werknemer is op 26 oktober 2015 in dienst getreden bij Fedex Express Netherlands B.V. (hierna: FedEx) in de functie van courier/handler. De werkzaamheden van werknemer bestonden voornamelijk uit het rondbrengen en ophalen van pakketjes. Op dinsdag 17 december 2019 is werknemer bij zijn leidinggevende geroepen. Aan werknemer werden foto's getoond van een pakketje, waarvan gezegd werd dat werknemer dat pakketje had opgehaald bij Schaap & Citroen juweliers en waarvan gezegd werd dat daaruit een set oorbellen ter waarde van € 30.000 bleek te zijn verdwenen bij aankomst bij de geadresseerde. Werknemer heeft daar geen verklaring voor gegeven. Werknemer is nog diezelfde dag op non­-actief gesteld. Door security specialist is een onderzoek naar de vermissing van de zending ingesteld. Op 20 december 2019 heeft leidinggevende aan werknemer meegedeeld hem op staande voet te ontslaan wegens het verduisteren van de inhoud van een pakket. Op diezelfde dag is een ontslagbrief aan werknemer overhandigd. Partijen twisten erover of het ontslag op staande voet terecht is gegeven. De kantonrechter heeft in de bestreden beschikking geoordeeld dat sprake is van een terecht gegeven ontslag op staande voet, maar er is volgens de kantonrechter geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen zijdens werknemer zodat FedEx aan werknemer de transitievergoeding van € 4.392,53 bruto verschuldigd is.

Oordeel

Het hof is van oordeel dat de door FedEx overgelegde beelden (de stills) van voor verzending en na verzending, afkomstig van Schaap en Citroen, van voldoende kwaliteit en voldoende duidelijk zijn. Deze beelden vormen voldoende ondersteuning voor de stelling van FedEx dat bij de verpakking zoals die bij Schaap en Citroen Amsterdam (Diemen) is ontvangen, sprake is van tape met een andere breedte dan de breedte van de tape die Schaap en Citroen (Rotterdam) gebruikt heeft bij de verzending van het bewuste pakketje op 3 december 2019. Ook laten de beelden zien dat er bij het ontvangen pakketje sprake is van een andere wijze van tapen, vergeleken met de wijze waarop Schaap en Citroen dat voor/bij verzending had gedaan. Voor de mogelijkheid dat een medewerker van Schaap en Citroen reeds vóór afgifte van het pakket aan werknemer de inhoud zou hebben ontvreemd, ontbreekt ieder aanknopingspunt, zeker tegen de achtergrond dat Schaap en Citroen zelf opnames maakt van het verpakken (en de verpakking) van de kostbare zending. Werknemer heeft verder op de mogelijkheid gewezen dat de auto door een derde zonder braaksporen kan zijn geopend. Bij gebreke van enig aanknopingspunt voor dit alternatieve scenario acht ook het hof deze gang van zaken, gelet op het onzekere en korte tijdsbestek dat werknemer de bus op enig moment onbeheerd achterlaat, niet waarschijnlijk. Bij dit scenario zou bovendien eerder verwacht worden dat de onbekende derde het hele pakket meeneemt en niet de moeite neemt het pakket weer dicht te tapen en terug te leggen, laat staan dat de sleutel en tag weer worden teruggelegd. Werknemer heeft verder geen feitelijkheden gesteld die enige ondersteuning bieden voor zijn stelling dat anderen – zonder medeweten van werknemer – toegang tot de laadruimte van de auto hebben gehad. Het door werknemer geopperde nader onderzoek door FedEx te verrichten naar het “ontbreken van braaksporen”, acht het hof onvoldoende concreet en het is niet duidelijk wat daarmee zou kunnen worden aangetoond. Het voorgaande betekent dan ook dat er een redelijke mate van zekerheid is dat de inhoud van het pakket tijdens het transport door werknemer is ontvreemd en dat er geen ander/derde – anders dan met medewerking van werknemer – toegang tot de laadruimte dan wel het pakket heeft gehad. Daaruit volgt dat er eveneens een redelijke, en naar het oordeel van het hof een voldoende, mate van zekerheid is dat werknemer betrokken is geweest bij de verdwijning van de inhoud van het pakket (de oorbellen). Als werknemer al niet zelf de inhoud van het pakket heeft ontvreemd is het is op zijn minst aan werknemer’s betrokkenheid te wijten, in de zin van het bieden van gelegenheid aan een derde, dat de inhoud van het pakket is ontvreemd. Een en ander heeft geleid tot schade voor Schaap en Citroen en tot een aansprakelijkstelling van FedEx door Schaap en Citroen. Deze gang van zaken levert een dringende reden op voor ontslag op staande voet; bijzondere omstandigheden waarom dit in dit geval anders zou zijn, zijn niet gesteld of gebleken. Het hof acht de geschetste gang van zaken ook ernstig verwijtbaar. Aan werknemer komt daarom geen transitievergoeding toe terwijl aan FedEx wel de gefixeerde schadevergoeding van € 3.787,04 toekomt. Dit betekent dat de incidentele grief van FedEx die zich richt tegen de toekenning van de transitievergoeding, slaagt. Bij deze uitkomst kan een beslissing over betrokkenheid van werknemer bij andere verdwijningen van zendingen achterwege blijven.