Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/KTN Belgium N.V.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 5 oktober 2021
ECLI:NL:GHSHE:2021:3028
Uitleg relatiebeding. Hof is voorshands van oordeel dat werknemer relatiebeding niet heeft overtreden. Geografische beperking wordt in het beding niet gekoppeld aan vestigingsplaats van relaties. Onduidelijkheid uitleg relatiebeding komt voor rekening van werkgever.

Feiten

Werknemer is op 23 februari 2015 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij KTN Belgium N.V. in dienst getreden. De arbeidsovereenkomst bevatte onder meer een relatiebeding met daaraan gekoppeld een boetebeding. Op 28 december 2020 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst tegen 1 maart 2021 opgezegd. Hij is vervolgens per 1 maart 2021 in dienst getreden bij X in de functie van ‘Field Service Technician Level 3’. Hij zou werkzaamheden verrichten voor KTN AS (waarmee KTN Belgium een samenwerkingsovereenkomst heeft). Werknemer is meermaals door KTN Belgium verzocht om af te zien van indiensttreding en gewezen op het relatiebeding, dat hiermee zou worden overtreden, en het boetebeding. Werknemer heeft hieraan geen gehoor gegeven, onder meer omdat volgens hem geen sprake is van overtreding van het relatiebeding. De kantonrechter heeft werknemer in kort geding geboden om zich tot 1 maart 2022 aan het relatiebeding te houden. Daarnaast heeft de kantonrechter werknemer veroordeeld tot betaling van € 84.615,28 (€ 85.000 minus € 384,72) aan KTN Belgium als voorschot op de contractuele boetes wegens schending van het relatiebeding. Volgens de kantonrechter is KTN AS een relatie van KTN Belgium en valt zij, gevestigd in Noorwegen, bovendien onder de geografische reikwijdte van het relatiebeding. Werknemer komt tegen dit oordeel op in hoger beroep.

Oordeel

Niet in geschil is dat X geen relatie is van KTN Belgium en KTN AS wel. Dit betekent dat het werknemer vrij stond bij X in dienst te treden. Partijen zijn het echter oneens over de reikwijdte van het relatiebeding. Volgens werknemer slaat de geografische reikwijdte van het relatiebeding op de locatie van de verboden activiteiten en niet op de vestigingsplaats van de betreffende relatie. Dit betekent volgens werknemer dat het hem vrijstaat om voor KTN AS te werken in landen die geen onderdeel uitmaken van de EER, mits hij gedurende 36 maanden voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst daar niet voor KTN AS heeft gewerkt. Dit blijkt volgens werknemer onder meer uit de bewoordingen van het beding omdat de verboden uit het eerste lid het verrichten van arbeid en onderhouden van contact betreffen en de vestigingsplaats van de relatie daarbij niet wordt genoemd. Volgens KTN Belgium geldt het relatiebeding voor relaties die zijn gevestigd in de EER en is het niet toegestaan om voor deze relaties arbeid te verrichten in welk land dan ook (dus ook landen buiten de EER). Met een andere lezing zou het beding volgens KTN Belgium kunnen worden omzeild. Werknemer heeft op zijn beurt hiertegen ingebracht dat het beding in de lezing van KTN Belgium ook kan worden beïnvloed door een brievenbusfirma op te richten in een land dat juist wel of juist niet binnen de EER ligt. Het hof is voorshands van oordeel dat niet vaststaat dat werknemer het relatiebeding heeft overtreden en onderbouwt dat als volgt. De lezing van KTN Belgium past naar het oordeel van het hof niet goed bij de bewoordingen van het beding. Daarin wordt de geografische beperking gekoppeld aan de ‘te verrichten arbeid’ en ‘het onderhouden van contact’ en niet aan de vestigingsplaats van de relaties. De lezing van werknemer past daarentegen wel binnen de bewoordingen van het relatiebeding. Gezien het voorgaande is het beding, in ieder geval zonder nader feitenonderzoek naar de partijbedoeling, niet (voldoende) duidelijk. Nu op voorhand geen duidelijkheid kan worden verkregen omtrent de uitleg van het relatiebeding, dient de onduidelijkheid daarvan vanwege de aard van het beding en het daarbij te beschermen belang van de werknemer als zwakkere partij en op grond van het contra proferentem gezichtspunt voor rekening van KTN Belgium te komen vanwege het eenzijdig opstellen door haar van het beding. Dit betekent dat het hof de uitleg van KTN Belgium voorshands niet volgt en dat voorshands niet vaststaat dat werknemer het relatiebeding heeft overtreden indien hij zou hebben gewerkt voor KTN AS in Rusland en Schotland. Of werknemer in Rusland en Schotland heeft gewerkt voor KTN AS kan daarmee in het midden blijven. Het hof vernietigt het bestreden vonnis. De vordering van werknemer om KTN Belgium te veroordelen al hetgeen werknemer aan haar heeft voldaan terug te betalen is daarmee ook toewijsbaar.