Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 19 oktober 2021
ECLI:NL:RBOVE:2021:4066
Feiten
Werkneemster werkt sinds 13 februari 2003 bij Fa. Urker Vishandel. Werkneemster stelt dat zij al gedurende lange tijd niet op de juiste wijze wordt ingeschaald. Zij vordert een verklaring voor recht dat zij vanaf 2007 ingedeeld dient te worden in de hoogste trede van functiegroep II van de cao Visdetailhandel, een verklaring voor recht dat haar salaris vanaf 15 mei 2019 € 10,96 per uur bedraagt en betaling van achterstallig loon van 2014 tot en met 2020.
Oordeel
Verklaring voor recht
De verklaring voor recht dat werkneemster vanaf 2007 ingedeeld dient te worden in de hoogste trede van functiegroep II en dienovereenkomstig betaald dient te worden wordt door Fa. Urker Vishandel erkend. Met betrekking tot de vordering tot verklaring voor recht dat werkneemster sinds 15 mei 2019 recht heeft op een uurloon van € 10,96 oordeelt de kantonrechter dat uit de overgelegde cao-overzichten volgt dat werkneemster van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 recht op een uurloon van € 10,72 heeft. Deze vordering wordt daarom afgewezen.
Loonvorderingen
De kantonrechter overweegt ten aanzien van de loonvorderingen van 2014 t/m 2020 dat de loonvordering vanaf november 2014 moet worden berekend omdat werkneemster haar vordering in november 2019 schriftelijk heeft vastgelegd waarmee de verjaring op dat moment is gestuit. Ten aanzien van 2014 geldt dat werkneemster, gelet op de overgelegde cao-overzichten en haar urenoverzichten, € 29,35 te weinig aan loon heeft ontvangen. Voor 2015 is dit een bedrag van € 356,40, voor 2016 € 555,98, voor 2017 € 704,80, voor 2018 € 625,06, voor 2019 € 424,57 en voor 2020 € 92,66. Daarmee komt de kantonrechter tot een totaal van € 2.788,82. Volgens Fa. Urker Vishandel moet op het totaalbedrag een maandelijkse persoonlijke toeslag van € 53,59 die werkneemster heeft ontvangen in mindering worden gebracht. Gelet op het verweer van werkneemster, dat de toeslag de afkoop van haar ATV-rechten betreft zoals ook te zien is op haar loonstrook, heeft Fa. Urker Vishandel naar het oordeel van de kantonrechter niet voldoende onderbouwd dat de persoonlijke toeslag een compensatie voor te weinig ontvangen loon betreft. Tot slot oordeelt de kantonrechter dat werkneemster over 2021 en in de toekomst nog een foutief uurloon ontvangt en Fa. Urker Vishandel dit moet aanpassen zodra de loonsverhoging over 2021 bekend is.