Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Marmorai B.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 4 november 2021
ECLI:NL:RBAMS:2021:6355
Werknemer bij wie vertrouwelijke stukken van klant in bedrijfsbus zijn aangetroffen, is ten onrechte op staande voet ontslagen. Billijke vergoeding vastgesteld op € 5.000.

Feiten

Werknemer is op 6 januari 2020 voor de duur van zes maanden in dienst getreden bij een zusterorganisatie van Marmorai B.V. Met ingang van 6 juli 2020 is hij voor de duur van zes maanden in dienst getreden van Marmorai. Dit contract is eenmaal voor dezelfde duur verlengd tot 6 juli 2021. Zijn functie was uitvoerend technisch medewerker. Op 8 februari 2021 heeft werknemer zich ziek gemeld. Op 8 april 2021 heeft Marmorai werknemer op staande voet ontslagen, vanwege de vondst van vertrouwelijke stukken in de bedrijfsauto van werknemer, welke stukken eigendom waren van een advocatenkantoor dat klant is van Marmorai. Werknemer verzoekt een verklaring voor recht dat het op 8 april 2021 gegeven ontslag vernietigbaar is en toekenning van een billijke vergoeding, een gefixeerde schadevergoeding en de transitievergoeding. Hij betwist de aanwezigheid van vertrouwelijke stukken in zijn bus, want volgens hem lagen die er niet in toen de bus tijdens zijn arbeidsongeschiktheid bij zijn huis werd opgehaald.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Dat de vertrouwelijke stukken van het advocatenkantoor door toedoen van werknemer in de bedrijfsbus zijn gekomen en dat werknemer zich daarvan bewust was, is niet komen vast te staan. Het mag zo zijn dat deze door Marmorai als vaststaand aangenomen gang van zaken niet valt uit te sluiten, maar dat neemt niet weg dat er alternatieve scenario’s zijn die evenmin vallen uit te sluiten. Ten eerste heeft op 2 maart 2021 een medewerker toegang tot de auto gehad en is de auto op 18 maart 2021 door een andere medewerker opgehaald. Vervolgens heeft weer een andere medewerker twee weken later de auto leeggehaald en toen naar eigen verklaring de betreffende stukken gevonden. Op grond van de verklaring van laatstgenoemde medewerker kan hoogstens bewezen worden verklaard dat de betreffende stukken op 2 april 2021 in de auto hebben gelegen. Hoe die daar zijn gekomen is met die verklaring niet komen vast te staan en dus ook niet dat deze daar door werknemer zijn neergelegd of met zijn medeweten lagen. Dat betekent dat de dringende reden niet is komen vast te staan. Werknemer komt een billijke vergoeding toe. De kantonrechter stelt de billijke vergoeding vast op een bedrag van € 5.000. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat ook werknemer een verwijt valt te maken van de gang van zaken voorafgaand aan het ontslag. Marmorai heeft werknemer de gelegenheid gegeven om uitleg te geven over de aanwezigheid van de stukken in zijn bedrijfsbus. Werknemer is niet op die uitnodiging ingegaan. Dat werknemer net op dat moment vanwege zijn geestelijke gesteldheid geen e-mails van Marmorai meer durfde te openen en daarom die uitnodiging niet heeft gelezen, komt ongeloofwaardig over. Daarmee heeft werknemer bewerkstelligd dat Marmorai de beslissing eenzijdig heeft genomen en daarbij is beïnvloed door het feit dat werknemer niet is verschenen om zijn belangen te verdedigen. Ook valt werknemer een verwijt te maken voor de slechtlopende communicatie tijdens zijn arbeidsongeschiktheid. Ook is rekening gehouden met het feit dat de loonschade beperkt is, gelet op het aflopende bepaaldetijdscontract. Ook de transitievergoeding (€ 1.004,69 bruto) en gefixeerde schadevergoeding (€ 4.590,09 bruto) worden toegewezen.