Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 15 november 2021
ECLI:NL:GHARL:2021:10583
Tussen partijen is sprake van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Uitleg passende regeling als bedoeld in artikel 10.24 cao SGO. Werkneemster maakt in dit geval aanspraak op bovenwettelijke uitkeringen.

Feiten

Werkneemster is in 1994 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen (hierna: SWO). Sinds de invoering van de Wnra is werkneemster daar werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In 2012 heeft werkneemster bij de verantwoordelijke wethouder en de burgemeester een klokkenluidersmelding gedaan van gestelde misstanden ter zake van de uitvoering van de bijstandswet door SWO. Na deze melding is de verhouding tussen werkneemster en haar leidinggevende verstoord geraakt. Vervolgens hebben zich tussen werkneemster en verschillende collega’s, waaronder ook leidinggevenden en HR-medewerkers, in verschillende teams problemen in de samenwerking voorgedaan, waarbij werkneemster zich herhaaldelijk heeft ziek gemeld. Ondanks diverse inspanningen, zoals herplaatsing, vele gesprekken en pogingen tot een mediationtraject, is het niet gelukt om de verhoudingen en de samenwerking te verbeteren. Uiteindelijk is in 2019 een traject ingezet met als doel externe herplaatsing, waarbij interne herplaatsing – ondanks de inschatting van de bedrijfsarts dat de kans op slagen daarvan nihil was – niet werd uitgesloten. Dit traject verliep moeizaam en heeft uiteindelijk ook weer tot een verstoring van verhoudingen geleid. SWO heeft op enig moment de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst vanwege een verstoorde arbeidsverhouding te ontbinden. De kantonrechter heeft dit verzoek toegewezen onder toekenning van de transitievergoeding van € 41.336,66 bruto. Werkneemster heeft hoger beroep ingesteld en verzoekt om herstel van de arbeidsovereenkomst dan wel toekenning van een billijke vergoeding.

Oordeel

Verstoorde arbeidsverhouding

Het hof oordeelt als volgt. Gezien alles wat er is voorgevallen en de eerdere inspanningen om de verhouding en samenwerking te verbeteren, valt te begrijpen dat SWO geen vertrouwen meer heeft in herstel van de verhoudingen en een vruchtbare samenwerking. Het hof sluit zich dan ook bij het oordeel van de kantonrechter aan dat sprake is van een voldragen g-grond. Herplaatsing van werkneemster binnen SWO is volgens het hof niet mogelijk en ligt evenmin in de rede. Van ernstig verwijtbaar handelen van SWO is geen sprake, aldus het hof. De arbeidsovereenkomst is dan ook terecht ontbonden en het verzoek van werkneemster tot herstel van de arbeidsovereenkomst dan wel toekenning van een billijke vergoeding wordt afgewezen.

Passende regeling ex artikel 10.24 cao SGO

Nu de arbeidsverhouding ten einde is gekomen op grond van een verstoorde arbeidsverhouding, dient SWO een passende regeling als bedoeld in artikel 10.24 cao SGO aan te bieden. Dat het ontstaan en voortbestaan van de verstoring grotendeels aan werkneemster te wijten is, is door SWO onvoldoende onderbouwd. Anders dan werkneemster heeft betoogd, is de ontstane situatie evenmin volledig of in aanmerkelijke mate aan SWO te wijten of toe te rekenen. Het hof staat vervolgens voor de vraag wat in dit geval een passende regeling is in de zin van artikel 10.24 cao SGO. Het hof komt tot het oordeel dat voornoemd artikel naar objectieve maatstaven zo dient te worden uitgelegd dat in geval van een beëindiging van een dienstverband vanwege een niet aan de werknemer te wijten verstoorde arbeidsrelatie, naast de transitievergoeding in beginsel aanspraak kan worden gemaakt op een aanvullende uitkering en een na-wettelijke uitkering. De door werkneemster verzochte veroordeling van SWO tot het treffen van een passende regeling, bestaande uit het naast de transitievergoeding toekennen van een aanvullende uitkering en een na-wettelijke uitkering, wordt dan ook toegewezen.