Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Dordrecht), 29 oktober 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:11125
Feiten
Werkneemster heeft gevorderd D&E Holding B.V. (hierna: D&E) te veroordelen tot betaling van het resterende salaris over de maand mei 2021, betaling van het loon en emolumenten tijdens ziekte over de periode juni 2021 tot en met 11 juni 2021, betaling van haar reiskosten over de periode 19 maart 2021 t/m augustus 2021 en betaling van loon en emolumenten vanaf 1 september 2021 tot aan de dag waarop de dienstbetrekking rechtsgeldig zal zijn geëindigd. D&E is niet verschenen en is bij verstek veroordeeld.
Oordeel
De kantonrechter stelt vast dat werkneemster een voldoende spoedeisend belang heeft en overweegt dat de vorderingen niet ongegrond of onrechtmatig voorkomen en dan ook zullen worden toegewezen. Ten aanzien van het gevorderde loon van € 3.900 bruto over de periode juni tot 11 juni 2021, wordt – zoals ook genoemd tijdens de mondelinge behandeling – begrepen dat sprake is van een kennelijke verschrijving en dat is bedoeld het loon ad € 1.300 bruto, exclusief emolumenten, per maand over de maanden juni tot en met augustus 2021. Dit bedrag zal dan ook worden toegewezen met aftrek van het bedrag van € 489 netto. De gevorderde reiskosten zullen eveneens worden toegewezen, zij het over de periode van 19 maart 2021 tot 11 juni 2021, zijnde de datum van arbeidsongeschiktheid. Nu op basis van € 0,19 per kilometer, de gestelde vijf werk-/reisdagen per week en reisafstand van 72 kilometer heen en terug het gevorderde bedrag van € 547,20 niet overstijgt, zal dit bedrag worden toegewezen.