Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 30 november 2021
ECLI:NL:GHSHE:2021:3590
Feiten
FFS is opgericht in 1998 en fungeert voor de institutionele markt in Nederland als een dienstverlener op het gebied van service en logistiek van levensmiddelen. FFS verricht administratieve en logistieke diensten ten behoeve van diverse leveranciers en instellingen die producten van die leveranciers willen bestellen. Via dit bestelportaal kunnen de aangesloten leveranciers hun goederen dus bestelbaar laten worden voor klanten. Bpf Foodservice is een bedrijfstakpensioenfonds in de zin van de Pensioenwet en de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (“Wet Bpf 2000”). De deelneming in Bpf Foodservice is verplicht voor werknemers in dienst van een onderneming die de groothandel in levensmiddelen uitoefent. Bpf Foodservice heeft op 9 december 2013 het besluit genomen dat FFS onder de werkingssfeer van het toen geldende Verplichtstellingsbesluit valt. Tegen dit besluit heeft FFS bezwaar ingediend, waarop volgens de gegevens in de processtukken nog niet is beslist. Partijen hebben overeenstemming bereikt om hun geschil direct aan het gerechtshof voor te leggen.
Oordeel
FFS heeft tegen de stelling van Bpf Foodservice dat FFS onder de werkingssfeer van de relevante Verplichtstellingsbesluiten valt als meest verstrekkend verweer aangevoerd dat het handelen van FFS niet is aan te merken als het opereren als groothandel in levensmiddelen. Het hof oordeelt dat vastgesteld moet worden dat in de diverse relevante Verplichtingsstellingsbesluiten het begrip groothandel als zodanig niet nader wordt omschreven. Het ligt derhalve voor de hand zelfstandig op zoek te gaan naar een algemeen aanvaarde definitie/begripsomschrijving. Het hof kijkt naar wat volgens het Algemeen Nederlands Woordenboek onder groothandel wordt verstaan. Het hof oordeelt dat FFS zich vooral op de bemiddeling tussen de detailhandel en de daarvoor in aanmerking komende klanten richt en niet zozeer op de verkoop van die producten. Dat zij daarbij een faciliterende rol vervult en verder via haar bestelportaal bijdraagt aan het tot stand komen van de diverse direct individualiserende koopovereenkomsten maakt dat niet anders. Daarmee vertonen de activiteiten van FFS zo weinig kenmerken van een groothandel in de eigenlijke zin dat niet gezegd kan worden dat zij niettemin als zodanig is te beschouwen. Het hof komt tot de conclusie dat FFS niet op één lijn is te stellen met een groothandel als bedoeld in de hier ter beoordeling voorgelegde Verplichtstellingsbesluiten.