Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 14 december 2021
ECLI:NL:GHSHE:2021:3722
Feiten
Werknemer, geboren in 1955, is op 15 november 1979 in dienst getreden bij (een rechtsvoorganger van) Air Liquide Welding, op haar beurt weer een rechtsvoorganger van werkgeefster, in de functie van magazijnmedewerker/heftruckchauffeur. Medio 2000 heeft de rechtsvoorganger van Air Liquide Welding besloten de toepasselijke pensioenregeling ten aanzien van haar werknemers jonger dan 50 jaar (geboren na 1 januari 1950) te wijzigen van een eindloonregeling naar een beschikbarepremieregeling. Het dienstverband van werknemer is in verband met een reorganisatie per 1 april 2011 geëindigd. Op enig moment betrekt werknemer werkgeefster in rechte en stelt hij dat zij is tekortgeschoten in haar verplichtingen als goed werkgever. Air Liquid Welding heeft een wijziging van de pensioenregeling doorgevoerd zonder toestemming van werknemer, ten gevolge waarvan hij pensioenschade heeft geleden. Werknemer stelt voorts dat Air Liquid Welding heeft nagelaten hem te informeren over het wezenlijke verschil tussen de pensioenregelingen zodat zij, gelet op de ingrijpende wijziging, evenmin mocht uitgaan van de (stilzwijgende) instemming van werknemer met de wijziging van de pensioenregeling, aldus steeds werknemer. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld.
Oordeel
Het hof oordeelt als volgt. De vraag of een overeenkomst tot wijziging van de pensioenregeling tot stand is gekomen, moet in beginsel beantwoord worden aan de hand van de algemene regels voor de totstandkoming van een (nadere) overeenkomst. De kantonrechter heeft terecht overwogen dat daarbij van een werkgever verlangd mag worden dat hij zorgvuldig te werk gaat wanneer er binnen een onderneming van pensioenregeling gewisseld wordt of kan worden. Bij een wijziging van de pensioenvoorziening dient de werkgever de werknemer duidelijkheid te verschaffen over de inhoud van de wijziging. Dat betekent – zeker bij wijziging van een belangrijke arbeidsvoorwaarde – dat een werkgever de werknemer deugdelijk dient voor te lichten over de concrete gevolgen van een dergelijke wijziging. Naar het oordeel van het hof heeft Air Liquid Welding werknemer onvoldoende geïnformeerd over de strekking en de gevolgen van de wijziging van de pensioenvoorziening. De nadruk is gelegd op positieve aspecten van de wijziging van de pensioenregeling, zoals individualisering en eigen invloed van de werknemer op zijn pensioenrechten. Werknemer is niet, althans niet op een voor een magazijnmedewerker met beperkte financiële achtergrond als werknemer voldoende duidelijke wijze gewezen op mogelijke nadelen en risico’s in verband met de wijziging van de pensioenregeling. Zo is onvoldoende duidelijk gemaakt dat het beleggingsrisico volledig verschuift van pensioenverzekeraar naar werknemer en welke nadelen daaraan verbonden kunnen zijn. Het hof acht de verstrekte informatie bijzonder onevenwichtig en daarmee ook ontoereikend voor de conclusie dat werknemer zodanig is geïnformeerd dat hij welbewust de wijziging van de pensioenregeling heeft aanvaard. Dat werknemer de voorlichtingsbijeenkomst niet heeft bijgewoond, leidt niet tot een ander oordeel. De conclusie luidt dat sprake is van een tekortkoming van werkgeefster in de op haar rustende verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst. Er is geen sprake van stilzwijgende instemming van werknemer met de gewijzigde pensioenregeling. Werkgeefster is aansprakelijk voor de door werknemer geleden schade als gevolg van de tekortkoming van haar rechtsvoorganger. Het hof veroordeelt werkgeefster tot vergoeding van schade nader op te maken bij staat.