Feiten

Werkneemster is tot en met 16 oktober 2020 in dienst geweest bij Ziggo B.V. Ziggo heeft het salaris over de gehele maand oktober 2020 aan werkneemster uitbetaald. Werkneemster had bij uitdiensttreding nog 12,24 verlofuren ter waarde van € 44,78 tegoed. Op 17 oktober 2020 heeft Ziggo een brief gestuurd aan werkneemster. Uit deze brief blijkt dat de uitdiensttreding per 16 oktober 2020 is verwerkt nadat het salaris van oktober 2020 was verwerkt. Ziggo heeft werkneemster op 21 december 2020 een factuur van € 541,54 (onverschuldigd loon over de periode 17 oktober 2020 tot en met 31 oktober 2020) toegestuurd met het verzoek deze factuur binnen 30 dagen te betalen. In de periode van 21 januari 2021 tot en met 12 april 2021 is werkneemster door Ziggo, Bos Incasso en de gemachtigde van Ziggo tot betaling gemaand. Ziggo vordert bij dagvaarding om werkneemster te veroordelen om aan haar een bedrag van € 541,54 aan onverschuldigd betaald loon terug te betalen. Werkneemster verweert zich door te stellen dat zij niet wist dat zij te veel geld uitbetaald had gekregen en dit een fout is van Ziggo.

Oordeel

Vast staat dat Ziggo het loon over de maand oktober 2020 aan werkneemster heeft uitbetaald. Voorts staat vast dat het dienstverband met ingang van 17 oktober 2020 is geëindigd. Daarmee is de rechtsgrond voor de betaling van het loon over de periode 17 oktober 2020 tot en met 31 oktober 2020 komen te vervallen. Dit maakt dat het loon over die periode onverschuldigd is betaald. Het verweer dat werkneemster niet wist van het onverschuldigd aan haar betaalde bedrag treft geen doel. In de eerste plaats ontslaat dit haar niet van haar betalingsverplichting jegens Ziggo. Daarnaast had werkneemster van het onverschuldigd betaalde bedrag op de hoogte kunnen zijn door de inhoud van de aan haar gestuurde correspondentie, waarvan zij de ontvangst niet heeft betwist. Zo had zij op de loonstrook over de maand oktober 2020 kunnen zien dat het loon over de hele maand oktober 2020 was uitbetaald. Daarnaast heeft Ziggo werkneemster in haar brief van 17 oktober 2020 uitgelegd dat er te veel loon is uitbetaald. Verder is werkneemster in de periode januari 2021 tot en met april 2021 meerdere malen tot betaling van het onverschuldigd betaalde bedrag gemaand. Werkneemster is op grond van artikel 6:203 BW gehouden om het onverschuldigd betaalde bedrag van € 586,32, verminderd met het tegoed aan verlofdagen van € 44,78 terug te betalen. Het bedrag van € 541,54, zal dan ook worden toegewezen.