Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 5 januari 2022
ECLI:NL:RBNHO:2022:111
Feiten
Werkneemster is sinds 5 november 2001 in dienst bij DEKA Personeel B.V. (hierna: Deka). Op de arbeidsovereenkomst is het bedrijfsreglement van Deka van toepassing, alsmede de VGL Cao. Op 25 november 2021 is werkneemster op staande voet ontslagen vanwege het meenemen van een doos tompouces op 17 november 2021 zonder hiervoor te betalen en zonder toestemming. Werkneemster stelt dit gedaan te hebben omdat het product beschadigd was en toch al afgeschreven zou worden. Werkneemster verzoekt het ontslag op staande voet te vernietigen. Deka verzoekt voor zover het ontslag wordt vernietigd, de arbeidsovereenkomst te ontbinden vanwege (ernstig) verwijtbaar handelen van werkneemster dan wel vanwege een verstoorde arbeidsverhouding.
Oordeel
Onverwijldheid
De kantonrechter oordeelt allereerst dat het ontslag onverwijld is gegeven. Deka heeft voldoende voortvarend gehandeld bij het geven van het ontslag en de mededeling van de dringende reden. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat de dringende reden op 19 november 2021 ter kennis is gekomen van degene die bevoegd is bij Deka om ontslag op staande voet te geven en dat er gelijk een onderzoek is gestart. Dat werkneemster het incident meteen op 22 november 2021 heeft erkend, betekent niet dat dit onderzoek achterwege kon blijven. Deka stelt terecht dat zij niet alleen het standpunt van werkneemster moest weten, maar ook de andere betrokkenen moest horen en onderzoek naar de naleving van de bedrijfsregels binnen het filiaal moest verrichten. Dat onderzoek heeft niet onnodig lang geduurd.
Geen dringende reden
Vast staat dat werkneemster een doos tompouces heeft meegenomen zonder hiervoor te hebben betaald en zonder hiervoor toestemming te hebben gehad. Dit heeft werkneemster erkend. Hierdoor heeft zij op grove wijze haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst geschonden. Werkneemster was immers bekend met het bedrijfsreglement, althans met het feit dat je niet zomaar (beschadigde) spullen mag meenemen uit de winkel zonder toestemming en zonder ervoor te betalen. Deka stelt dat zij een strikt zerotolerancebeleid hanteert. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat dit op papier wel zo is, maar dat werknemers er in de praktijk niet consequent op worden gewezen. Met werkneemster is de kantonrechter van oordeel dat Deka het zerotolerancebeleid waarop zij zich beroept, onvoldoende duidelijk kenbaar heeft gemaakt. Zo heeft Deka niet voldoende duidelijk en regelmatig aan het personeel gecommuniceerd wat de gevolgen zijn van het overtreden van dit zerotolerancebeleid. Er zijn geen waarschuwingen, notulen van werkbesprekingen of personeelsmededelingen hierover. Van een werkgever die een zerotolerancebeleid hanteert, mag worden verwacht dat hij de inhoud en de gevolgen van overtreding duidelijk en met enige regelmaat aan zijn werknemers kenbaar maakt. Niet alleen op grond van het voorgaande, maar ook gelet op de persoonlijke en financiële gevolgen voor werkneemster acht de kantonrechter ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd. Werkneemster is ruim twintig jaar in dienst geweest, heeft altijd goed gefunctioneerd en is alleenstaand en afhankelijk van haar inkomen bij Deka. Ook weegt mee dat werkneemster de doos tompouces niet stiekem heeft willen meenemen. Al met al is het ontslag op staande voet een te zware maatregel. Het ontslag wordt vernietigd.
Ontbinding arbeidsovereenkomst
De kantonrechter ontbindt op verzoek van Deka de arbeidsovereenkomst vanwege een verstoorde arbeidsverhouding, nu op de zitting voldoende is gebleken dat beide partijen inmiddels van mening zijn dat daarvan sprake is. Omdat geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van werkneemster, heeft zij recht op een transitievergoeding (€ 10.136,04 bruto). Deka heeft volgens de kantonrechter wel ernstig verwijtbaar gehandeld, door werkneemster op onjuiste gronden op staande voet te ontslaan. De billijke vergoeding wordt vastgesteld op € 6.000 bruto.