Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ID Controle B.V.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 16 december 2020
ECLI:NL:RBDHA:2020:15244
Loonvorderingen ten aanzien van de eindafrekening na einde dienstverband zijn, ook na verzoek tot specificering, onvoldoende deugdelijk gespecificeerd.

Feiten

Werknemer was van 1 december 2015 tot 31 maart 2019 in dienst bij ID Controle B.V. (hierna: ID Control). Op 26 november 2018 heeft werknemer zich ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft op 4 februari 2019 geoordeeld dat er medisch gezien geen belemmeringen zijn voor werknemer om zijn werkzaamheden uit te voeren. Op 6 februari 2019 is werknemer uitgenodigd voor een gesprek met een mediator, maar daar is hij niet verschenen. Op 7 februari 2019 is werknemer wel verschenen, maar hij heeft zich – zonder het gesprek aan te gaan – weer ziek gemeld. Op 22 februari 2019 heeft werknemer een second opinion laten uitvoeren bij een andere bedrijfsarts. Op 27 februari 2019 heeft werknemer zijn ontslag(brief) ingediend bij ID Control. Werknemer heeft zich per diezelfde datum beter gemeld. ID Control heeft de opzegging bevestigd. Bij e-mail van 28 februari 2019 heeft ID Control aan werknemer bericht dat als hij niet op 4 maart 2019 op het werk zou verschijnen, zijn loonbetaling voor maart 2019 stop zou worden gezet. Bij e-mail van 1 maart 2019 heeft werknemer zich ziek gemeld; op 4 maart 2019 heeft hij zich weer beter gemeld. Op 6 maart 2019 heeft ID Control werknemer opgeroepen om zijn werk te hervatten per 7 maart 2019. Op 24 april 2019 heeft ID Control de eindafrekening aan werknemer toegestuurd. Werknemer vordert dat ID Control wordt veroordeeld tot onder meer betaling van achterstallig loon en uitbetaling van het restant verlofuren. ID Control vordert onder meer werknemer te veroordelen tot terugbetaling van te veel betaalde onverschuldigde salarissen en inlevering van werkende bedrijfseigendommen.

Oordeel

De kantonrechter overweegt ten aanzien van de loonvordering dat deze door werknemer onvoldoende gespecificeerd is, zodat deze wordt afgewezen. Omdat ter comparitie van partijen bleek dat de stukken en ingenomen standpunten niet inzichtelijk waren, heeft de rechter aan werknemer verzocht een compleet nieuw overzicht in te dienen. Dat heeft werknemer niet gedaan. Dit had wel op de weg van werknemer gelegen, gezien het gemotiveerde verweer van ID Control. Werknemer heeft voldoende kans gehad zijn vordering deugdelijk te specificeren, maar die kans heeft hij niet gegrepen, hetgeen voor zijn rekening en risico moet komen. De vordering van ID Control ondergaat hetzelfde lot. Het volstaat niet om een vordering te onderbouwen door te verwijzen naar twee producties die ieder bestaan uit een hele stapel brieven, e-mailcorrespondentie, zonder in de conclusies nader toe te lichten welk stuk bedoeld wordt en waar dit stuk zich bevindt. Dit had op de weg van ID Control gelegen gezien het door werknemer gemotiveerde verweer. Ten aanzien van de vordering tot uitbetaling van het salaris vanaf januari 2019 overweegt de kantonrechter dat ID Control terecht en op goede gronden een loonstop heeft opgelegd aan werknemer vanaf 4 februari 2019. Daartoe is redengevend dat de bedrijfsarts heeft geoordeeld dat werknemer in staat was om zijn volledige uren te werken, maar dat hij desondanks niet is verschenen op gesprekken bij ID Control. Werknemer heeft zich weliswaar tot een andere bedrijfsarts gewendvoor een second opinion, maar daaraan kan werknemer geen rechten ontlenen, omdat daarin geen inhoudelijk oordeel wordt gegeven. Werknemer heeft voorts geen recht op uitbetaling van overuren, nu niet in de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat overuren worden betaald en ook niet is gebleken dat werknemer hier op grond van redelijkheid en billijkheid recht op heeft. Zo is niet gesteld of gebleken dat hij eerder overwerk uitbetaald heeft gekregen of dat andere werknemers dat kregen. Voorts heeft werknemer nagelaten een deugdelijke specificatie van deze uren over te leggen, zodat de vordering ook al daarom onvoldoende gespecificeerd en onderbouwd is. Ook wordt de vordering tot uitbetaling van elf wettelijke en dertien een derde bovenwettelijke verlofdagen afgewezen. Daartoe is redengevend dat ID Control ten verwere heeft aangevoerd dat deze verlofdagen wel zijn opgenomen. Werknemer heeft die betwisting niet deugdelijk weerlegd. Voorts heeft werknemer geen verlofdagen opgebouwd over de periode van de terecht opgelegde loonstop. Tot slot heeft werknemer ter comparitie erkend bedrijfseigendommen van ID Control in zijn bezit te hebben en deze nog niet ingeleverd te hebben. Hoewel werknemer heeft aangegeven deze goederen na de comparitie aan ID Control te willen overhandigen, heeft dit klaarblijkelijk niet plaatsgevonden. Dit houdt in dat de vordering van ID Control wordt toegewezen.