Feiten

Werkneemster is in september 2020 in dienst getreden bij RGF Staffing. De overeenkomst is op 13 september 2021 geëindigd, omdat werkneemster deze niet wilde verlengen. In de arbeidsovereenkomst van werkneemster staat een non-concurrentiebeding. Werknemer heeft vanaf 2005 voor RGF groep gewerkt. Op 1 mei 2019 is hij in dienst getreden van USG Restart B.V., de rechtsvoorganger van Start People. Ook in de overeenkomst van werknemer is een non-concurrentbeding opgenomen. Vanaf begin april 2021, dus nog tijdens hun dienstverband bij RGF groep, hebben werknemer en werkneemster contact met elkaar gehad over het starten van een nieuw bedrijf en concrete plannen naar elkaar gemaild.  Op 28 september 2021 heeft werknemer zijn voormalige leidinggevende geschreven dat hij – naast andere activiteiten in het vastgoed – zou gaan participeren in het bedrijf van werkneemster. Werknemer heeft verzocht om akkoord, omdat het geen concurrerende werkzaamheden zou betreffen. Het akkoord is niet gegeven. Op initiatief van werknemer is de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2021 beëindigd. In de vaststellingsovereenkomst staat dat het concurrentie- en relatiebeding van kracht blijven. Op 1 oktober 2021 hebben werknemer en werkneemster Support Profs B.V. opgericht. RGF vordert werknemer en werkneemster te verbieden activiteiten te verrichten die concurreren. Werknemer en werkneemster vorderen schorsing van het non-concurrentiebeding.

Oordeel

Ten aanzien van werkneemster

Werkneemster stelt dat niet is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste, omdat het beding niet in de arbeidsovereenkomst, maar in de bijlage staat. Naar het oordeel van de kantonrechter legt zij hier een te strenge maatstaf aan. Werkneemster heeft de bijlage ondertekend en dus onder ogen gehad. Voorshands is dan ook aannemelijk dat aan het schriftelijkheidsvereiste is voldaan. Verder wordt met de in het beding gebruikte formulering voldoende onderbouwd op grond van welke bedrijfsbelangen het concurrentiebeding noodzakelijk is. Ook is aannemelijk dat RGF Stagging belang heeft bij het concurrentiebeding. Anders dan werkneemster betoogt, concurreren de activiteiten van Support Profs wel degelijk met die van RGF Staffing. Aannemelijk is dat het concurrentiebeding door de bodemrechter gedeeltelijk zal worden vernietigd, omdat werkneemster daardoor onbillijk wordt benadeeld. Werkneemster heeft maar een jaar voor RGF Staffing gewerkt. Een concurrentieverbod van een jaar is daartegen afgezet erg lang. De kantonrechter verkort de duur van het concurrentiebeding naar zes maanden.

Ten aanzien van werknemer

Werknemer wist ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst al dat hij (mogelijk) wilde gaan samenwerken met werkneemster vanuit Support Profs. Het had op zijn weg gelegen om helder te krijgen of die activiteiten onder het concurrentiebeding zouden vallen. Door geen openheid te geven over zijn plannen met werkneemster, heeft hij een risico genomen dat zich nu heeft verwezenlijkt. Er kan verder niet van worden uitgegaan dat X zodanige uitlatingen heeft gedaan dat werknemer erop mocht vertrouwen dat hij niet aan het concurrentiebeding zou worden gehouden. De kantonrechter oordeelt dat de werkzaamheden bij Support Profs in ieder geval gelijksoortig of verwant zijn aan de activiteiten van Start People. Verder is aannemelijk dat de huidige werkzaamheden van werknemer onder het bereik van het concurrentiebeding vallen. Werknemer heeft nog aangevoerd dat het concurrentiebeding hem onbillijk benadeelt, maar daar gaat de kantonrechter niet in mee. Werknemer heeft 15 jaar bij de RGF groep gewerkt en kennis opgedaan die hij bij zijn huidige activiteiten kan gebruiken. Werknemer had bovendien toegang tot concurrentiegevoelige informatie. Werknemer heeft zelf gekozen om te vertrekken en met zijn uitstap naar NCOI bewezen dat hij ook werk kan vinden op andere terreinen. Het concurrentiebeding wordt niet geschorst.