Naar boven ↑

Rechtspraak

Sysmex Nederland B.V./werkneemster
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Bergen op Zoom), 26 november 2021
ECLI:NL:RBZWB:2021:6931
Geen ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het is niet gebleken dat de werkneemster onvoldoende functioneert en voor zover dat wél zo zou zijn, is haar geen reële kans tot verbetering geboden.

Feiten

Werkneemster is in dienst getreden bij Sysmex Nederland B.V. In het beoordelingsverslag over de periode 1 april 2016 tot en met 31 maart 2017 staat, onder andere: “Opdrachten blijven liggen, ook na herhaaldelijk verzoek”, “Negatief uitlaten over collega’s”, “Te veel focus op andere afdelingen” en “Grand Total (…) 67%”. Er is geen bonus toegekend aan werkneemster over deze periode. Over de periode 1 april 2017 tot en met 31 maart 2018 staat het volgende in het beoordelingsformulier: “Missie geslaagd”, “Gezien situatie objective volbracht”, “Heel goed in kaart gebracht”, en “Grand Total (…) 104%”. Over het jaar 2018-2019 heeft Sysmex aan werkneemster geen bonus toegekend. Op 14 november 2019 heeft werkneemster een schriftelijke waarschuwing gekregen vanwege het niet respecteren van de werktijden. Op 25 maart 2021 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen werkneemster en haar leidinggevende over het functioneren van werkneemster. Hierna heeft werkneemster zich ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft geconstateerd dat sprake is van een overbelastingsbeeld ten gevolge van spanningen in de werksituatie. Van 29 juni 2021 tot augustus 2021 hebben partijen mediaton gehad. Sysmex verzoekt de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden, primair op de g-grond en subsidiair op de i-grond.

Oordeel

Volgens Sysmex is sprake van een verstoorde arbeidsrelatie vanwege de negatieve houding en gedrag van werkneemster, het frequent te laat komen, de ongevraagde adviezen, het negeren van feedback en het constant in de verdediging schieten op het moment dat zij feedback krijgt. Omdat hetgeen Sysmex aandraagt nauw samenhangt met het functioneren van werknemer en de d-grond, zal de kantonrechter ook kijken of de verwijten omtrent de d-grond gegrond zijn. De kantonrechter is van oordeel dat niet is gebleken dat werkneemster onvoldoende functioneert. Weliswaar is aan werkneemster enkele jaren geen bonus toegekend, maar uit de beoordelingsverslagen blijkt niet dat haar functioneren onvoldoende is. Zo heeft werkneemster gedurende die jaren als totale scores onder andere 67%, 78% en 104% behaald en staan in de beoordeling over de periode 1 april 2017 tot en met 31 maart 2018 positieve uitspraken. Bovendien is, voor zover er al sprake zou zijn van onvoldoende functioneren van werkneemster, aan haar geen reële kans tot verbetering geboden. Werkneemster heeft verklaard meermaals te hebben verzocht om een gesprek teneinde haar mogelijkheden binnen de organisatie te bekijken. Dit gesprek heeft echter nooit plaatsgevonden. Vanwege deze tekortkomingen van Sysmex ten aanzien van de d-grond kan het niet zo zijn dat Sysmex vervolgens werkneemster in het kader van een andere ontslaggrond, de g-grond, gaat verwijten dat zij niet goed omgaat met de kritiek op haar functioneren, te weinig zelfreflectie heeft, feedback continu negeert en haar gedrag en houding onvoldoende verbetert. Sysmex heeft voorts aangevoerd dat werkneemster regelmatig te laat komt terwijl het in haar functie belangrijk is om op tijd te komen. Daarvoor heeft zij een waarschuwing gekregen, waar werkneemster ook op heeft gereageerd. Volgens Sysmex is haar defensieve reactie tekenend. De kantonrechter volgt Sysmex hierin niet. Werkneemster geeft in haar reactie aan iets met de feedback te gaan doen, namelijk eerder inloggen in de telefooncentrale, en daarnaast heeft Sysmex niet gereageerd op het verzoek van werkneemster om een volledige lijst te sturen met begin- en eindtijden. Het verzoek tot ontbinding op de i-grond slaagt evenmin. Het disfunctioneren van werkneemster en de gestelde verstoorde verhouding hebben – mede gezien hetgeen hiervoor is overwogen – geen dusdanige substantie dat voortzetting van het dienstverband in redelijkheid niet meer van werkgever kan worden gevergd.