Rechtspraak
Feiten
Werknemer is sinds 1 januari 2011 in dienst van werkgever in de functie van buschauffeur tegen een brutomaandloon van € 3.372,41. In januari 2018 heeft werkgever ontdekt dat werknemer de camera in de bus die hij bestuurde, zonder overleg of toestemming van werkgever heeft afgeplakt. De camera’s hangen in de bus voor de veiligheid van de chauffeurs. Op 2 maart 2018 is werkgever op zijn gedrag schriftelijk aangesproken. Volgens werkgever liet werknemer andere passagiers regelmatig zonder te betalen meereizen. Volgens werknemer liet hij gratis passagiers meereizen, omdat werkgever niet over genoeg ontsmettingsmiddel beschikt voor in de bussen en de apparatuur niet werkt. Naar aanleiding van dit gedrag heeft werkgever op 4 maart 2021 werknemer voorlopig geschorst. Op 11 maart 2021 is werknemer met behoud van loon vrijgesteld van werk. Op 15 maart 2021 heeft werkgever een voorstel gedaan tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Werknemer is niet ingegaan op dit voorstel. Op 9 juni 2021 heeft werkgever een officiële laatste waarschuwing gestuurd. Werknemer is op 30 september 2021 tijdens een telefoongesprek op staande voet ontslagen wegens een incident van twee dagen daarvoor, omdat werknemer op eigen initiatief een busrit heeft laten vervallen. Volgens werknemer had hij nog recht op 19 minuten pauze en was een vertraging in de busrit ontstaan. Op 1 oktober 2021 is het ontslag schriftelijk aan werknemer medegedeeld. Werknemer verzoekt onder meer betaling van een billijke vergoeding, kosten van rechtsbijstand en een transitievergoeding. Van een dringende reden voor onverwijlde opzegging is volgens werknemer geen sprake. Volgens werkgever zijn altijd voldoende schoonmaak- en beschermingsmiddelen beschikbaar en mag een buschauffeur een busrit alleen laten vervallen bij extreme omstandigheden. Werkgever verzoekt om een gefixeerde vergoeding wegens onregelmatige opzegging.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt dat bij werkgever wordt gestreefd naar een zo strikt mogelijke naleving van de planning van ritten. Werknemer heeft zijn werkgever een dringende reden gegeven voor opzegging van de arbeidsovereenkomst door eigenmachtig en in weerwil van instructies van zijn werkgever een deel van zijn route over te slaan. Werknemer heeft de mogelijke negatieve gevolgen voor zijn werkgever en voor reizigers die voor vervoer van werkgever afhankelijk waren, voor lief genomen. Volgens de kantonrechter heeft werknemer meermaals bewust de grenzen van hetgeen een goed werknemer betaamt, opgezocht en overschreden. Het verzoek van werkgever tot betaling van een gefixeerde vergoeding van € 3.421,36 bruto wordt toegewezen, omdat werknemer wordt geacht door opzet of schuld aan werkgever een dringende reden te hebben gegeven voor onverwijlde opzegging.