Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/De Staat Der Nederlanden
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 9 maart 2022
ECLI:NL:RBLIM:2022:1888
Werknemer Belastingdienst wist, dan wel had in redelijkheid kunnen weten, dat hij te veel salaris ontving. Het staat de werkgever dan ook vrij het te veel aan salaris betaalde bedrag terug te vorderen.

Feiten

Werknemer is met ingang van 1 september 2016 aangesteld als ambtenaar van de Belastingdienst (hierna: de Staat). Deze aanstelling was tijdelijk voor de duur van het opleidingstraject fiscale accountancy bij het Centrum voor Kennis en Communicatie. Het betrof een duale opleiding waarbij leren en werken elkaar afwisselden. Werknemer heeft met ingang van 1 januari 2019 een vaste aanstelling gekregen in de functie behandelfunctionaris bij Grote Ondernemingen Zuid. Qua salaris werd werknemer ingeschaald in de groepsfunctie F, trede 0. Het salaris bedroeg met ingang van die datum € 2.631,28 bruto per maand bij een 36-urige werkweek. Na succesvolle afronding van de opleiding krijgt werknemer de toezegging dat hij wordt ingedeeld in salarisschaal F, trede 0. Vervolgens heeft de Staat in augustus 2019 werknemer abusievelijk ingedeeld in salarisschaal 10, trede 6, wat ook op de daarop volgende salarisspecificaties wordt vermeld. Met ingang van 1 januari 2020 is de WNRA van toepassing. In november 2020 vindt er een gesprek plaats waarin werknemer wordt medegedeeld dat hij abusievelijk is benoemd in de te hoge individuele schaal 10, trede 6 en niet in de groepsfunctie F trede 6 en dat hij als gevolg daarvan te veel salaris ontvangt ten opzichte van de (destijds) aangekondigde benoeming. Werknemer geeft aan dat hij niet kan instemmen met een toekomstige salarisverlaging en evenmin met een salarisverlaging met terugwerkende kracht. Met ingang van 1 januari 2021 wordt het salaris van werknemer verlaagd van € 3.990,93 naar € 3.411,56 bruto. Werknemer blijft zich tegen deze verlaging verzetten, waarna de Staat werknemer meedeelt het te veel ontvangen salaris ad € 6.648,08 van werknemer terug te vorderen. Werknemer vordert een verklaring voor recht dat de Staat niet gerechtigd is tot terugvordering over te gaan alsmede een verklaring voor recht dat de Staat niet gerechtigd is het salaris van werknemer met ingang van 1 januari 2021 te verlagen. Werknemer stelt dat hij niet wist en ook niet kon weten dat hij te veel aan salaris ontving.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat ingevolge artikel 7:611 BW werkgever en werknemer verplicht zijn zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen. Terugvordering van onverschuldigd betaald loon kan in strijd met goed werkgeverschap geacht worden wanneer voor de werknemer niet duidelijk hoefde te zijn dat te veel is betaald. De kantonrechter verwijst naar de vaste jurisprudentie van de CRvB dat een bestuursorgaan op grond van het algemeen rechtsbeginsel dat wat onverschuldigd is betaald kan worden teruggevorderd, bevoegd is tot terugvordering van wat aan een ambtenaar ten onrechte is betaald, tenzij andere algemene rechtsbeginselen zich hiertegen verzetten (ECLI:NL:CRVB:2020:212 en ECLI:NL:CRVB:2020:2737 ). Naast het feit dat de Staat voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat voor de functie van werknemer indeling in de schaal F aangewezen was, staat volgens de kantonrechter vast dat het salaris van werknemer in juli 2019 op basis van schaal F trede 0 € 2.683,91 bruto per maand bedroeg en dat een maand later het salaris op basis van schaal 10 trede 6 € 3.740,74 bruto per maand bedroeg. Een salarisverhoging van meer dan € 1.000 (bijna 40%) van de ene op de andere maand is – zeker in verhouding met de hoogte van het salaris dat werknemer tot dusver ontving – zodanig spectaculair dat dit zonder meer aanleiding voor werknemer had moeten zijn om te twijfelen aan de juistheid van dit salaris in relatie tot hetgeen met hem reeds eerder was besproken. De kantonrechter oordeelt dat werknemer wist of althans redelijkerwijze kon weten dat hij te veel aan salaris ontving en dat de Staat de hoogte van het salaris mocht wijzigen en het te veel betaalde salaris mag terugvorderen.