Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Islamitisch Onderwijs Nederland/werknemer
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 7 april 2022
ECLI:NL:RBAMS:2022:1876
Arbeidsovereenkomst van docent Engels ontbonden wegens ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van werknemer door procedures te starten met als doel de terugkeer van een ontslagen bestuurder en het vertrek van het zittende bestuur. Ondermijnen gezag van de school en het niet willen uitspreken van het vertrouwen in het huidige bestuur.

Feiten 

De Stichting Islamitisch Onderwijs Nederland (hierna: SIO) bestuurt in Amsterdam het Cornelius Haga Lyceum (hierna: Haga). Werknemer is sinds 1 augustus 2018 in dienst van SIO en is laatstelijk werkzaam in de functie van docent Engels tegen een brutosalaris van € 5.012,00 per maand exclusief vakantietoeslag en een eindejaarsuitkering van 8,33%. Werknemer heeft als (mede-)eiser opgetreden in een procedure tegen SIO in een bevoegdheidskwestie om SIO te vertegenwoordigen. De toenmalieg directeur-bestuurder heeft werknemer in een gesprek meegedeeld dat hij voornemens was om hem te schorsen. Werknemer heeft hiertegen bezwaar gemaakt bij brief van 21 juni 2021 en geschreven dat hij arbeidsongeschikt is. Op 28 juni 2021 is werknemer door de toenmalige directeur-bestuurder geschorst. SIO heeft bij brief van 8 september 2021 voorgesteld een mediationtraject te starten. Op 28 september 2021 heeft SIO per brief aan werknemer meegedeeld dat werkhervatting niet mogelijk is voordat mediation is afgerond. De bedrijfsarts heeft op 26 oktober 2021 vastgesteld dat geen sprake meer is van arbeidsongeschiktheid bij werknemer. SIO verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat werknemer verwijtbaar heeft gehandeld en baseert haar verzoek mede op de omstandigheid dat door het toedoen van werknemer een verstoorde arbeidsverhouding is ontstaan. Werknemer heeft door middel van procedures de terugkeer van een ontslagen bestuurder geëist en het vertrek van een zittende bestuurder willen afdwingen. Werknemer heeft de keuze gemaakt zich openlijk te mengen in een conflict waarin hij geen direct belanghebbende is. Hieruit blijkt dat werknemer geen vertrouwen heeft in het bestuur en het beleid dat door het bestuur wordt uitgevoerd. Bovendien is werknemer gevraagd om zijn vertrouwen in het bestuur uit te spreken, maar dat heeft hij niet gedaan. Ook mediation heeft niet tot een oplossing geleid. Voor zover nog sprake is van arbeidsongeschiktheid, ligt het opzegverbod volgens SIO niet in de weg aan ontbinding. Werknemer verzoekt de schorsing in te trekken en SIO te veroordelen hem toe te laten tot zijn werkzaamheden. Ook verzoekt werknemer de kantonrechter een mediator aan te wijzen die zal bemiddelen tussen hem en SIO. In het geval dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt werknemer een billijke vergoeding van € 62.424 en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 16.434,48.

Oordeel

Volgens de kantonrechter is geen sprake van een opzegverbod wegens ziekte. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding op zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub e BW. Het blijven procederen over de terugkeer van een ontslagen bestuurder en het vertrek van de zittende bestuurders toont aan dat werknemer het zittende bestuur niet accepteert. Werknemer heeft er bewust voor gekozen om op de voorgrond te treden. Ook was werknemer actief betrokken bij een benefiet waar geld ter financiering van procedures tegen SIO werd ingezameld. Ook heeft werknemer zijn vertrouwen in het bestuur van SIO niet willen uitspreken, terwijl dat meermaals aan hem is gevraagd. Werknemer heeft door zijn acties het gezag van het bestuur van de school ondermijnd en het valt hem aan te rekenen dat hij zich daarbij zo zichtbaar heeft opgesteld. Als docent is hij daarom voor SIO niet meer te handhaven. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 mei 2022. Werknemer heeft recht op een transitievergoeding van € 7.293,40 bruto. De kantonrechter ziet geen aanleiding een billijke vergoeding en vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe te kennen. Iedere partij draagt zijn eigen kosten.