Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 29 maart 2022
ECLI:NL:GHSHE:2022:1017
Feiten
Op 19 december 2011 is tussen het Georganiseerd Overleg (hierna: GO), dat is samengesteld uit een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en toegelaten werknemersorganisaties, en de Gemeente Eindhoven een ‘Convenant inzake versobering arbeidsvoorwaarden’ tot stand gekomen. Binnen de Gemeente gold tot 2020 de CAR/EAR, waarin in artikel 12:4:1:8 CAR/EAR lid 1 een toestemmingsvereiste is overeengekomen. Op 18 april 2016 is in het GO tussen partijen overeenstemming bereikt over een aantal onderwerpen in de “Overeenkomst over overeenstemmingsvereiste, invoering hoofdstuk 3 in de CAR/EAR en afschaffing van de arbeidsgratificatie”. Op 25/26 januari 2017 zijn partijen “een allesomvattend overlegresultaat over het realiseren van een Generatiepact” overeengekomen. In eerste aanleg heeft de rechtbank de vordering van CNV Connectief en FNV (hierna: CNV c.s.) toegewezen inhoudende een verklaring voor recht dat ook na het bereiken van de overeenstemming op 25/26 januari 2017 het overeenstemmingsvereiste onverkort van toepassing is voor (het aanwenden van) de vier personele budgetten: (a) flexibele beloning/sociale activiteiten, (b) vervoersmanagement, (c) vrijvallende middelen vanuit het eerder vervallen van de uitloopschalen en (d) het budget van de afscheidsgratificatie 2015. De vorderingen om de Gemeente Eindhoven te verbieden om (verdere) uitvoering te geven aan besluiten die zij heeft genomen die ten koste gaan van (de hoogte van) deze vier personele budgetten wordt afgewezen.
Oordeel
Het hof stelt voorop dat bij de uitleg van de tussen partijen gemaakte afspraken op 18 april 2016 en 25/26 januari 2017 de Haviltex-maatstaf van toepassing is en dat CNV c.s. de stelplicht heeft. CNV c.s. stellen voor wat betreft de afscheidsgratificatie dat de gemaakte afspraken aldus mochten worden opgevat dat sprake is van een structurele bijdrage van € 450.000 per jaar. CNV c.s. wijzen ter onderbouwing op onder meer de tekst en inhoud van de overeenkomsten die op 18 april 2016 en 25/26 januari 2017 tussen partijen tot stand zijn gekomen. Ook verwijzen CNV c.s. naar de uitgebreide onderhandelingen die zijn gevoerd tussen de werknemers- en werkgeversdelegatie van het GO en waarvan correspondentie en verslagen als productie in het geding zijn gebracht. CNV c.s. stellen dat de overeenkomst van 18 april 2016 zo moet worden gelezen dat partijen hiermee bedoeld hebben dat het budget van de afscheidsgratificatie jaarlijks wordt aangewend voor de arbeidsvoorwaarden in brede zin. Het hof constateert dat ook het woord ‘eenmalig’ ontbreekt bij de opsomming van de afscheidsgratificatie als een van de vier personele budgetten in de overeenkomst van 18 april 2016. Wanneer de gemeente Eindhoven de intentie had om af te spreken dat slechts eenmalig een bijdrage wordt betaald, lag het naar het oordeel van het hof op de weg van de gemeente Eindhoven om dat duidelijk in de schriftelijke afspraken met de vakbonden vast te leggen, ook omdat andere genoemde budgetten wel structureel waren. In dit geval is dat niet gebeurd. Dat en waarom dit jaarlijks budget door CNV c.s. in de onderhandelingen zomaar zou zijn prijsgegeven, of wat hiertegenover is gesteld door de gemeente in de onderhandelingen heeft de gemeente Eindhoven niet (voldoende) toegelicht. Gelet op de wilsvertrouwensleer mochten CNV c.s. de met de gemeente Eindhoven gemaakte afspraken redelijkerwijs zo opvatten dat door de afschaffing van de afscheidsgratificatie sprake was van een vrijgevallen structurele bijdrage ter hoogte van€ 450.000 per jaar. Zonder de expliciete vermelding dat het alleen gaat om een eenmalige bijdrage, mochten CNV c.s. er gerechtvaardigd op vertrouwen dat het vrijgevallen budget van de afscheidsgratificatie structureel werd aangewend. Ook uit andere mededelingen van de GO waarin wordt gesproken over een jaarlijkse bijdrage volgt dat wanneer de gemeente Eindhoven het daar niet mee eens was, van de gemeente Eindhoven verwacht had mogen worden dat zij in reactie daarop het standpunt had gecorrigeerd. Dit betekent dat het hof de vordering van CNV c.s. zal toewijzen in die zin dat de gemeente Eindhoven wordt veroordeeld de personele budgetten te herstellen in dier voege dat het bedrag van de afscheidsgratificatie ad € 450.000 structureel in de budgetten wordt verwerkt.