Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Kulturhus De Kappen U.A.
Rechtbank Overijssel (Locatie Enschede), 17 maart 2022
ECLI:NL:RBOVE:2022:1127
Nadat UWV toestemming heeft verleend volgt ontslag van een werkneemster met een 20-jarig dienstverband wegens bedrijfseconomische redenen. Werkgeefster handelt in strijd met de wederindiensttredingsvoorwaarde. Toekenning billijke vergoeding van € 20.174.

Feiten

Werkneemster is op 1 maart 2002 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) werkgeefster (hierna: De Kappen) in de functie van facilitair medewerker tegen een brutomaandsalaris van laatstelijk € 2.733 op basis van 36 uur per week, exclusief 8% vakantietoeslag en 8,3% eindejaarsuitkering. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Openbare Bibliotheken van toepassing. De Kappen is een multifunctioneel centrum waarin een theater, een filmhuis, een kunstzaal en een bibliotheek worden geëxploiteerd. In januari 2021 heeft De Kappen een vaststellingsovereenkomst aangeboden aan werkneemster, omdat zij vanwege de coronacrisis de salarissen niet meer kon betalen. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt. Op 29 januari 2021 heeft De Kappen een verzoek ingediend bij het UWV teneinde toestemming te krijgen voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen. Werkneemster heeft verweer gevoerd. Het UWV heeft op 22 april 2021 toestemming verleend. De arbeidsovereenkomst is opgezegd tegen 1 augustus 2021, waarbij in de opzeggingsbrief tevens melding is gemaakt van het feit dat het functiehuis zal worden gewijzigd. Werkneemster verzoekt na eiswijziging  een billijke vergoeding, waarbij zij aangeeft (1) dat de arbeidsovereenkomst anderhalf jaar voor haar pensioen is geëindigd, (2) dat zij een veelomvattende functie had die (3) in de loop der tijd is gewijzigd, waardoor zij meer taken en verantwoordelijkheden heeft gekregen en (4) dat zij in de week van 15 november 2021 heeft vernomen dat De Kappen twee werknemers heeft aangenomen, die vrijwel dezelfde werkzaamheden verrichten als zij en (5) dat daarmee de wederindiensttredingsplicht is overtreden. De Kappen stelt dat dat de vorderingen van werkneemster moeten worden afgewezen. Voor het voortbestaan van De Kappen was een allesomvattende heroriëntatie en reorganisatie nodig, met als uitgangspunt een herstart van de activiteiten per 1 januari 2021. Door het aantrekken van de nieuwe medewerksters (een trainee en iemand met een hoger opleidingsniveau dan werkneemster) is er geen sprake van het in strijd handelen met de wederindiensttredingsverplichting.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat partijen van mening verschillen over de vraag of De Kappen de wederindiensttredingsverplichting heeft geschonden, die is vastgelegd in artikel 7:681 lid 1 onder d BW. Het gaat daarbij om de vraag of De Kappen dezelfde werkzaamheden alsdie welke werkneemster verrichtte voordat de arbeidsovereenkomst werd opgezegd door een ander laat verrichten. Om die vraag te beantwoorden moet eerst komen vast te staan welke werkzaamheden werkneemster verrichtte voordat de arbeidsovereenkomst werd opgezegd. Partijen verschillen daarover van mening: De Kappen verwijst naar de functieomschrijving van facilitair medewerker en werkneemster stelt dat zij in de loop der jaren veel meer taken is gaan uitvoeren en meer verantwoordelijkheid is gaan dragen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkneemster voldoende aannemelijk gemaakt dat een groot deel van de taken van de nieuwe medewerkers al jaren worden uitgevoerd door werkneemster. Dat dit niet volgde uit haar functieomschrijving is niet van belang. Kappen had een onderzoek moeten doen naar de mogelijkheid van wederindiensttreding van werkneemster en op basis van het feit dat er sprake is van vergelijkbare werkzaamheden en die werkzaamheden moeten aanbieden aan werkneemster. De opzegging kan worden vernietigd.  Na eiswijziging  (in plaats van vernietiging opzegging een betaling van een billijke vergoeding) kent de kantonrechter een billijke vergoeding toe.