Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Warszawa Lisse B.V.
Rechtbank Den Haag (Locatie Leiden), 10 maart 2022
ECLI:NL:RBDHA:2022:4027
Ontslag op staande voet van werknemer Poolse supermarkt is niet onverwijld gegeven en wordt vernietigd. Arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens verstoorde arbeidsverhouding na op non-actiefstelling en ontslag op staande voet vanwege vermeende diefstal werknemer. Billijke vergoeding € 15.000.

Feiten  

Werknemer is op 1 oktober 2017 in dienst getreden bij Warszawa Lisse B.V. (hierna: Warszawa) en vervulde laatstelijk de functie van filiaalmanager van een supermarkt met Poolse producten. Begin oktober hebben onder meer werknemer en de (mede-)eigenaar van Warszawa een samenwerkingsovereenkomst met een supermarkt met Poolse producten (hierna: Topolonka) ondertekend. In die overeenkomst staat dat zowel werknemer als de (mede)eigenaar van Warszawa een aandeel hebben in Topolonka en dat werknemer en een ander persoon verantwoordelijk zijn voor het runnen van de twee winkels. Op 31 oktober 2021 heeft werknemer een bericht ontvangen waarin Warszawa heeft aangegeven dat werknemer tot nader order niet meer naar het werk hoefde te komen en dat de reden daarvoor nog aan hem wordt gecommuniceerd. Een maand later is Warszawa gesommeerd om werknemer toe te laten tot het werk en tot het betalen van zijn loon. Werknemer heeft vervolgens op 13 oktober 2021 een ontslagbrief ontvangen waarin staat dat hij ontslagen is wegens diefstal. Werknemer verzoekt primair het ontslag op staande voet te vernietigen en doorbetaling van loon. Subsidiair verzoekt werknemer onder meer om ten laste van Warszawa een billijke vergoeding en transitievergoeding toe te kennen. Als tegenverzoek heeft Warszawa verzocht de arbeidsovereenkomst met werknemer voorwaardelijk te ontbinden.  

Oordeel  

Vernietiging ontslag op staande voet 

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het ontslag op staande voet is niet rechtsgeldig. Werknemer is op goede gronden van oordeel dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven. Het ontslag is immers pas op 17 november 2021 aan werknemer kenbaar gemaakt terwijl, blijkens de ontslagbrief, al ruim een maand eerder de beslissing tot het geven van ontslag op staande voet is genomen. Het verzoek van werknemer om vernietiging van het ontslag wordt zodoende toegewezen. De vordering tot loonbetaling wordt eveneens toegewezen. 

Ontbinding arbeidsovereenkomst en toekenning vergoedingen 

De voorwaarde waaronder Warszawa het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft gedaan, is vervuld. Warszawa voert aan dat de redelijke grond voor ontbinding allereerst is gelegen in verwijtbaar handelen van werknemer. Werknemer zou diefstal hebben gepleegd door goederen (waaronder brood) over te hevelen van de ene winkel naar de andere winkel. Werknemer heeft betwist dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal. Warszawa is niet ter zitting verschenen en heeft geen vragen van de kantonrechter kunnen beantwoorden. Verwijtbaar handelen van werknemer kan dan ook niet worden aangenomen. Beide partijen spreken inmiddels van een verstoorde arbeidsverhouding, zodat de arbeidsovereenkomst op die grond zal worden ontbonden. Van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer is geen sprake. Er is wel sprake van ernstig verwijtbaar handelen van Warszawa, omdat werknemer op non-actief is gesteld zonder dat daarvoor geldige redenen aanwezig waren. Door vervolgens de werknemer ten onrechte op staande voet te ontslaan, zijn de verhoudingen verder verslechterd. Voor wat betreft de hoogte van de billijke vergoeding acht de kantonrechter als vermoedelijke resterende duur van de arbeidsovereenkomst een periode van ongeveer 12 maanden reëel. De kantonrechter gaat ervan uit dat werknemer aanspraak kan maken op een loongerelateerde WW-uitkering, zodat de inkomensschade ongeveer € 15.000 bedraagt. Op dat bedrag wordt de billijke vergoeding vastgesteld. Werknemer heeft bovendien recht op een transitievergoeding van € 6.603,63 bruto.