Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Hoevers Internationaal Transportbedrijf B.V.
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 25 mei 2022
ECLI:NL:RBGEL:2022:2656
Vakantieloon van chauffeur: gebaseerd op basisloon of ook rekening houden met toeslagen en overwerk? Onder vakantieloon ex artikel 7:639 BW valt in dit geval ook overwerk, omdat overwerk intrinsiek is verbonden aan zijn werk als chauffeur. Toewijzen vordering.

Feiten

Werknemer is op 11 maart 1987 in dienst getreden bij Hoevers Internationaal Transportbedrijf B.V. (hierna: Hoevers) in de functie van chauffeur. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de verhuur van Mobiele Kranen (hierna: de cao) van toepassing. Werknemer ontving tot en met 2018 vakantieloon dat is berekend over zijn basisloon. Sinds 1 januari 2019 hebben werknemers op basis van de cao recht op uitkering van het basisloon plus het gemiddeld aantal toeslagen en vergoedingen voor overwerk, als deze toeslagen structureel zijn. Op 19 maart 2019 heeft Hoevers haar werknemers een eenmalige uitkering van € 750 bruto aangeboden wegens mogelijk misgelopen vakantieloon. Werknemer heeft dit bedrag niet geaccepteerd en verzoekt over de jaren 2014 t/m 2018 een tegoed van € 8.803,32. Bij brief van 15 juli 2019 heeft Hoevers laten weten dat werknemer geen recht heeft op dit bedrag. Werknemer verzoekt de kantonrechter onder meer Hoevers te veroordelen tot betaling van € 8.803,32 aan achterstallig loon omdat hij recht heeft op een hoger vakantieloon dan hij heeft ontvangen over de jaren 2014 tot en met 2019. Dit volgt uit artikel 7:639 BW en artikel 7 van de Arbeidstijdenrichtlijn. Werknemer heeft structureel overgewerkt en daarvoor ook overwerktoeslag ontvangen. Volgens werknemer is de toeslag structureel onderdeel van het loon, maar deze toeslagen zijn niet betaald over het door hem opgenomen verlof in de periode 2014 t/m 2018. 

Oordeel

Het uitgangspunt is dat werknemer volgens artikel 7:639 BW tijdens vakantie het recht op loon behoudt. Volgens het HvJ EU moet het vakantieloon overeenstemmen met het gebruikelijke arbeidsloon van werknemer. In beginsel maakt overwerk geen deel uit van het vakantieloon, maar overwerk is in het geval van werknemer intrinsiek verbonden aan zijn werk. Werknemer verdient immers jaarlijks ongeveer € 12.000 door overwerk. Overwerk vormt dus een belangrijk onderdeel van de totale vergoeding die werknemer ontvangt voor zijn beroepsactiviteiten. Daarmee is de gemiddelde beloning voor overwerk onderdeel van het vakantieloon. Met toeslagen hoeft voor berekening van het vakantieloon geen rekening te worden gehouden. Werknemer heeft daarom in beginsel recht op het gevorderde bedrag. Werknemer heeft volgens de kantonrechter recht op betaling van een bedrag aan achterstallig vakantieloon van € 8.647,38 bruto, zonder de wettelijke verhoging.