Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Stichting Salem
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 15 juli 2022
ECLI:NL:RBROT:2022:5820
Werkgeefster had voldoende redenen om te twijfelen aan de opzegging van werknemer. Geen gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in artikel 3:35 BW. Toewijzen loonvordering.

Feiten 

Werkneemster is op 8 september 2009 of 2 februari 2009 in dienst getreden bij Stichting Salem (hierna: Salem), een verpleeghuis. Tot 1 september 2020 verrichtte werkneemster werkzaamheden in de functie van verzorgende IG en later als praktijkopleider. Op 1 december 2020 heeft werkneemster zich ziek gemeld bij Salem nadat zij op 30 november 2020 positief werd getest op corona. Salem had tijdelijk het beleid dat positief geteste werknemers zonder klachten, op vrijwillige basis, werkzaamheden konden blijven uitvoeren voor Salem. Op 2 december 2020 heeft werkneemster in een e-mail een aantal punten aan de orde gesteld van wat er volgens haar mis ging in de zorg voor de bewoners en medewerkers op de afdeling. Werkneemster vond het een te groot risico om positief geteste medewerkers te laten werken tussen niet-besmette collega’s. Werknemster heeft op 7 januari 2021 zowel telefonisch als per e-mail bevestigd dat zij wilde stoppen bij Salem. Op 14 januari 2021 heeft Salem van het dienstverband een eindafrekening opgemaakt. Werkneemster en Salem verschillen van mening over de vraag of werkneemster eenzijdig ontslag heeft genomen. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst tussen Salem en haar niet is geëindigd en vordert onder meer betaling van haar salaris tot de datum van rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Haar wil en verklaring op 7 januari 2021 kwamen niet overeen en Salem had haar e-mail niet als opzegging mogen opvatten. Volgens Salem heeft werkneemster haar arbeidsovereenkomst weloverwogen opgezegd. Werkneemster wilde op zo kort mogelijke termijn een einde aan de arbeidsovereenkomst en Salem heeft daar gevolg aan gegeven. 

Oordeel 

Volgens de kantonrechter mocht Salem er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat werkneemster haar arbeidsovereenkomst echt wenste op te zeggen. De gevolgen van de opzegging voor werkneemster zijn nadelig. Zij kon geen aanspraak maken op een Ziektewetuitkering vanwege het plegen van een benadelingshandeling. Een werkgever mag niet spoedig aannemen dat een verklaring van een werknemer is gericht op vrijwillige beëindiging van de dienstbetrekking. Niet is gebleken dat Salem heeft onderzocht of werkneemster haar arbeidsovereenkomst daadwerkelijk wilde opzeggen. Salem is juist zeer voortvarend te werk gegaan door de einddatum van de arbeidsovereenkomst vast te stellen op 15 januari 2021. Werkneemster was op 4 januari 2021 ziek en op 7 januari 2021 was zij nog steeds ziek. Salem had er niet gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat werkneemster haar arbeidsovereenkomst eenzijdig wenste te beëindigen. Salem was ook bekend met de onrust en emoties van werkneemster over het coronabeleid van Salem. De opzegging van werkneemster kwam niet overeen met haar wil. Salem had niet gerechtvaardigd op de mededelingen van werkneemster mogen vertrouwen. Dit betekent dat de opzegging geacht moet worden niet te hebben plaatsgevonden en de arbeidsovereenkomst voortduurt tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd. Werkneemster heeft in beginsel recht op loon vanaf 14 januari 2021 tot het einde van de arbeidsovereenkomst. De vordering tot betaling van het loon vanaf 14 januari 2021 wordt toegewezen, inclusief de wettelijke verhoging en wettelijke rente.