Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 19 juli 2022
ECLI:NL:RBAMS:2022:4130
Feiten
VCTS 2 B.V. en VCE B.V. (hierna: VCTS 2 en VCE) zijn dochterondernemingen van de WCSG Holding B.V, ook wel West Coast Supply Group (hierna: West Coast). VCTS 2 houdt zich binnen de groep bezig met het verlenen van diensten op administratief, technisch, financieel, economisch of bestuurlijk gebied aan andere ondernemingen binnen de groep. VCE richt zich op de (internationale) handel in en opslag en distributie van toilet-, schoonheids- en verzorgingsartikelen. Werknemer is met ingang van 16 oktober 2017 als trader in dienst getreden bij VCTS 2. Vervolgens is hij intern gedetacheerd, in ieder geval (ook) bij VCE. Vanaf 1 januari 2019 bedroeg het salaris € 3.700 bruto per maand. De arbeidsovereenkomst bevat de volgende bedingen: (a) geheimhoudingsbeding, (b) concurrentiebeding, (c) niet-wervings- en/of relatiebeding en (d) een boetebeding. Werknemer heeft per 31 juli 2020 ontslag genomen en is per 1 augustus 2020 als trader in dienst getreden van een directe concurrent van VCTS 2 en VCE. VCTS 2 en VCE stellen dat werknemer zowel tijdens als na zijn dienstverband met VCTS 2 en VCE in strijd met zijn arbeidsovereenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld door vertrouwelijke bedrijfsinformatie van West Coast mee te nemen, onder zich te houden en ten gunste van hemzelf en zijn (toenmalige) nieuwe werkgever te gebruiken. Werknemer is in strijd met de bepalingen van de arbeidsovereenkomst bij een concurrent in dienst getreden en heeft meerdere klanten en leveranciers van zijn voormalig werkgever benaderd om daarmee ten behoeve van die nieuwe werkgever zaken te doen. Nadat de arbeidsovereenkomst door de nieuwe werkgever is beëindigd in de proeftijd heeft werknemer deze gang van zaken voortgezet via een schijnconstructie en onder een valse naam. VCTS 2 en VCE hebben werknemer en de nieuwe werkgever gesommeerd het onrechtmatig handelen te staken. Er is onder andere ten laste van werknemer conservatoir bewijsbeslag gelegd. VCTS 2 en VCE vorderen naast onder meer afgifte van bedrijfsgegevens om werknemer te veroordelen tot betaling van € 1 miljoen aan verbeurde boetes. Werknemer vordert naast een niet-ontvankelijkheid van VCTS 2 en VCE ten aanzien van de verschillende beperkende bedingen voor recht te verklaren dat deze nietig zijn, althans dat daaraan geen rechten kunnen worden ontleend, dan wel de bedingen geheel of gedeeltelijk buiten toepassing te verklaren.
Oordeel
Geldigheid van het geheimhoudingsbeding, de beperkende bedingen en het boetebeding
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het verweer van werknemer dat de in de arbeidsovereenkomst opgenomen bedingen en de reikwijdte ervan nooit met hem zijn besproken, wordt niet gevolgd. Ook het standpunt van werknemer dat hij niet wist van het voor VCTS 2 en VCE zwaarwegende bedrijfsbelang bij naleving van de bedingen is niet houdbaar. Voor werknemer moet op basis van de arbeidsovereenkomst voorts voldoende duidelijk zijn geweest dat hij voor en namens de hele groep van West Coast werkte. Wel voert werknemer volgens de kantonrechter terecht aan dat het concurrentie- en het niet-wervingsbeding zeer ruim zijn geformuleerd en dat beide bedingen gelden voor een (zeer) lange periode, die bij iedere overtreding ook nog weer wordt verlengd. Dat betekent dat het werknemer in essentie wordt verboden om twee jaar lang, op welke wijze dan ook, te werken of actief te zijn op ieder terrein dat ook maar enigszins raakt aan de activiteiten van enige entiteit die deel uit maakt van West Coast, terwijl werknemer belang heeft bij een vrije keuze van arbeid, mogelijkheden tot positieverbetering en ontplooiing en het voorkomen van werkloosheid. Het concurrentie-, niet-wervingsbeding en relatiebeding worden gedeeltelijk vernietigd in die zin dat de duur van de bedingen wordt beperkt tot 12 maanden na einde van de arbeidsovereenkomst.
Ontvankelijkheid van de vorderingen van VCTS 2 en VCE
De kantonrechter verwerpt het verweer van werknemer dat VCTS 2 en VCE in hun vorderingen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, omdat hij op grond van de arbeidsovereenkomst in feite West Coast tegenover zich heeft als werkgever en een groep niet als eiser in een procedure kan optreden.
Schending van het geheimhoudingsbeding en de beperkende bedingen?
De kantonrechter komt tot het oordeel dat werknemer het concurrentiebeding heeft overtreden door bij de nieuwe werkgever, een directe concurrent, in dienst te treden. Daarna heeft werknemer aan VCTS 2 en VCE bericht dat het dienstverband met de nieuwe werkgever in de proeftijd was opgezegd, maar daarbij niet vermeld dat hij vervolgens via een verhullende constructie dezelfde werkzaamheden bleef uitvoeren voor de betrokken onderneming. Ook heeft werknemer niet betwist ten minste drie klanten van VCTS 2 en VCE in het kader van zijn werkzaamheden voor de directe concurrent te hebben benaderd. Ook heeft werknemer het geheimhoudingsbeding overtreden. De kantonrechter komt tot de conclusie dat door het schenden van alleen al dit beding werknemer € 1 miljoen aan boetes heeft verbeurd.
Matiging van de boetes?
De kantonrechter concludeert dat het maximum van de boetes is bereikt. In beginsel is werknemer dit bedrag verschuldigd, tenzij een matiging op zijn plaats is. De boete kan op grond van artikel 6:94 lid 1 BW worden gematigd als de billijkheid dat klaarblijkelijk eist en als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarbij moet niet alleen worden gelet op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen. Tegen die achtergrond wordt de boete gematigd tot een bedrag van € 500.000.
Bedrijfsinformatie
Werknemer wordt onder oplegging van een dwangsom veroordeeld om de bedrijfsinformatie (van enige entiteit van) van West Coast op zijn privélaptop en de usb-stick terug te geven aan VCTS 2 en VCE en tevens wordt hij veroordeeld om te gehengen en gedogen dat een onafhankelijke derde op zijn kosten onderzoek doet naar zijn privélaptop en de zich daarop bevindende data, en te gehengen en gedogen dat eventuele daarop aangetroffen bedrijfsinformatie van West Coast wordt gewist.