Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Eurodev Shared Service Center B.V.
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 6 september 2022
ECLI:NL:RBOVE:2022:2561
Uitleg bonusregeling werkgever volgens het contra proferentem gezichtspunt brengt met zich mee dat werkneemster recht heeft op bonus. Toekenning maximale wettelijke verhoging.

Feiten

Werkneemster is in januari 2020 in dienst getreden bij EuroDev Shared Service Center B.V. (hierna: EuroDev) als projectmanager Healthcare, waar zij tot 1 september 2021 werkzaam was. Partijen zijn voor het budgetjaar 2020-2021 een bonusregeling overeengekomen, waarin staat opgenomen dat een werknemer die voor het einde van het bonusjaar – 1 juli – ontslag neemt, geen recht heeft op deelname aan de regeling. Werkneemster vordert dat Eurodev wordt veroordeeld om aan haar de bonus te betalen waar zij recht op heeft over het jaar 2020-2021, te weten een bedrag van € 5.104,50.

Oordeel

Uitleg bonusregeling

De partijen geven een verschillende uitleg aan de bonusregeling. Werkneemster stelt dat zij op 30 juni 2021 haar ontslag heeft aangezegd, maar dat zij daarbij heeft vermeld per 1 september 2021 ontslag te nemen waardoor zij, gelet op de tekst van de bonusregeling, hiervoor in aanmerking zou komen. Eurodev stelt daarentegen dat het begrip ‘resigned’ zoals dit is opgenomen in de bonusregeling, betrekking heeft op de opzegging. De kantonrechter stelt dat de term ‘resigned’ geen eenduidige betekenis heeft en taalkundig gezien zowel kan zien op de aankondiging van een ontslagname als op het moment van daadwerkelijke uitdiensttreding. Aldus is de opvatting van beide partijen over de taalkundige uitleg verdedigbaar. Eurodev heeft verder geen omstandigheden aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat het voor beide partijen duidelijk moest zijn dat het begrip “resigned” zag op de aankondiging van het ontslag als zodanig en niet op het moment van uitdiensttreding. Nu niet op basis van de tekst of omstandigheden van het geval een eenduidige uitleg aan de bonusregeling kan worden gegeven, dient deze onduidelijkheid van het beding volgens het contra proferentem gezichtspunt in het nadeel van Eurodev als opsteller van deze bonusregeling te worden uitgelegd. Werkneemster komt dus in aanmerking voor de bonusregeling.

Hoogte bonus

Werkneemster stelt dat Eurodev een bedrag van € 5.014,50 verschuldigd is. Dit is in haar geval de maximale hoogte van de bonus, omdat zowel Eurodev als klanten over haar werkzaamheden zeer tevreden waren. Eurodev betwist de hoogte van het bonusbedrag omdat eerst nog moet worden beoordeeld of werkneemster op basis van de overige voorwaarden in aanmerking zou komen voor de bonus. Dit zou moeten plaatsvinden door het invullen van een “target form”. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Eurodev de hoogte van het bonusbedrag, gelet op de onderbouwing van werkneemster, onvoldoende gemotiveerd betwist. Alle medewerkers die voor de bonusregeling in aanmerking kwamen, hebben een bonus ontvangen en het is niet tussen partijen in geschil dat werkneemster goed heeft gefunctioneerd. Ook heeft Eurodev ter zitting laten weten dat zij het aannemelijk acht dat werkneemster een bonusbedrag zou hebben ontvangen. Tegen die achtergrond bezien had het op de weg van Eurodev gelegen om aan de hand van het “target form” te onderbouwen waarom werkneemster niet in aanmerking komt voor het maximale bonusbedrag, hetgeen Eurodev heeft nagelaten. De kantonrechter kent het gevorderde bonusbedrag toe.

Wettelijke verhoging

Werkneemster maakt aanspraak op de maximale wettelijke verhoging over de bonus. Eurodev stelt daarentegen dat de wettelijke verhoging niet in het petitum van de dagvaarding is gevorderd en daarom moet worden afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat het voorschrift dat de dagvaarding een duidelijk en bepaald petitum moet bevatten, strekt ter waarborging dat het voor gedaagde voldoende duidelijk is wat beoogd wordt zodat zij zich daartegen kan verdedigen. De rechter hoeft echter niet een vordering buiten beschouwing te laten om de enkele reden dat deze niet in het petitum staat vermeld. Nu werkneemster in het lichaam van de dagvaarding tweemaal aanspraak maakt op de verhoging, had het voor Eurodev duidelijk moeten zijn dat werkneemster hier aanspraak op wilde maken. Eurodev stelt verder dat de verhoging om billijkheidsredenen moet worden beperkt, maar de kantonrechter volgt dit standpunt niet. De maximale wettelijke verhoging over het bedrag van € 5.014,50 bruto wordt toegekend, zodat aan werkneemster een bedrag van € 7.521,75 dient te worden betaald. Eurodev wordt verder veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente, de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.