Feiten

Werkgeefster Instijl Financiële Diensten B.V. en Instijl Groep B.V. (hierna: Instijl) verzoeken de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 onder a BW. Aan dit verzoek legt Instijl ten grondslag dat sprake is van  een verstoorde arbeidsverhouding en dat herplaatsing van werknemer niet meer mogelijk. Werknemer heeft erkend dat inmiddels sprake is van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding, dat van Instijl in redelijkheid niet meer kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Ook werknemer ziet geen mogelijkheden meer voor herplaatsing.

Oordeel

Nu werknemer heeft erkend dat de arbeidsverhouding verstoord is, partijen het erover eens zijn dat die verstoring onherstelbaar is en herplaatsing van werknemer niet meer mogelijk moet worden geacht, heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 oktober 2022 ontbonden. Gelet op de standpunten van partijen is sprake van een redelijke grond voor ontbinding als bedoeld in artikel 7:671b lid 1 onder a BW in verbinding met artikel 7:669 lid 3 onder g BW en is er geen mogelijkheid tot herplaatsing van werknemer. De kantonrechter stelt vast dat het opzegverbod tijdens ziekte niet in de weg staat aan ontbinding, omdat die ontbinding plaatsvindt op grond van een verstoorde arbeidsverhouding en die grond geen verband houdt met de ziekte van werknemer. Ook constateert de kantonrechter dat werknemer geen verwijt kan worden gemaakt ten aanzien van de ontbinding.