Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Mijnwater Energy B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 15 juni 2022
ECLI:NL:RBLIM:2022:6539
Het zonder redelijke grond overgaan tot opzegging van de arbeidsovereenkomst van een statutair bestuurder is ernstig verwijtbaar. Werknemer heeft recht op billijke vergoeding van € 125.000 bruto.

Feiten 

Werknemer is op 6 januari 2020 in dienst getreden bij Mijnwater Energy B.V. (hierna: Mijnwater) in de functie van Chief Operational Officer tegen een loon van € 9.250 bruto per maand exclusief vakantietoeslag en emolumenten. Bij aandeelhoudersbesluit van 10 december 2020 is werknemer benoemd tot statutair bestuurder. Op 3 januari 2022 heeft Mijnwater schriftelijk aan werknemer te kennen gegeven voornemens te zijn hem om op de aandeelhoudersvergadering te ontslaan. Bij aandeelhoudersbesluit van 18 januari 2022 heeft Mijnwater werknemer met onmiddellijke ingang ontslagen als statutair bestuurder en heeft zij het dienstverband opgezegd tegen 1 april 2022. Werknemer verzoekt om Mijnwater onder meer te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding, achterstallig loon, een transitievergoeding en de onbetaald gebleven bonus. Volgens werknemer heeft Mijnwater zonder gegronde reden te kennen gegeven niet meer met hem verder te willen gaan vanwege een vertrouwensbreuk, zonder dat daarbij concreet is aangegeven waarom. Mijnwater had nooit eerder vraagtekens gezet bij de uitoefening van zijn bestuurderstaak. Ook heeft geen functionerings- of beoordelingsgesprek plaatsgevonden. Op 12 januari 2022 is een wat uitvoerige motivering gegeven voor het voorgenomen ontslag, maar op welke ontslaggrond bleef onduidelijk. Uiteindelijk heeft Mijnwater werknemer alsnog ontslagen zonder een specifieke ontslaggrond te noemen. Daarmee heeft Mijnwater volgens werknemer ernstig verwijtbaar gehandeld. Voor zover Mijnwater het ontslag bedoeld heeft te gronden op disfunctioneren, dan stelt werknemer dat van disfunctioneren geen sprake is geweest en Mijnwater heeft nagelaten een verbetertraject op te starten. Volgens Mijnwater heeft zij werknemer meerdere keren de kans gegeven om het bedrijf op een commerciële manier in te richten maar werknemer heeft die signalen niet opgepikt. Werknemer had het ontslag moeten zien aankomen. 

Oordeel 

De kantonrechter beoordeelt of de opzegging zonder redelijke grond werknemer aanspraak geeft op een billijke vergoeding. Ten aanzien van die vraag is in de jurisprudentie de afgelopen zes à zeven jaren een omslag waar te nemen, waarbij het inmiddels vaste jurisprudentie is geworden dat ook de statutair bestuurder dezelfde bescherming geniet als een gewone werknemer. Het door Mijnwater gestelde disfunctioneren kan niet als voldragen grond worden aangemerkt. Mijnwater heeft nooit aan werknemer medegedeeld dat hij disfunctioneert en hem niet in de gelegenheid gesteld zijn functioneren te verbeteren en aan hem is geen verbetertraject aangeboden. In plaats daarvan heeft Mijnwater werknemer op 3 januari 2022 rauwelijks haar voornemen om hem te ontslaan kenbaar gemaakt. Dat is Mijnwater zwaar aan te rekenen. Werknemer heeft recht op een billijke vergoeding omdat Mijnwater zonder redelijke grond is overgegaan tot opzegging van de arbeidsovereenkomst en daarmee ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De kantonrechter acht een billijke vergoeding van € 125.000 bruto op zijn plaats gelet op de korte duur van de arbeidsovereenkomst, het feit dat werknemer is aangezocht voor deze functie, de omvang van het loon, de leeftijd van werknemer en zijn kansen op de arbeidsmarkt, zijn goede staat van dienst, de diffamerende werking van het ontslagbesluit en de daaraan ten grondslag gelegde redenen. De overige vorderingen van werknemer worden afgewezen.