Naar boven ↑

Rechtspraak

Ambi B.V./werknemer
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 4 november 2022
ECLI:NL:RBOVE:2022:3332
Werkgeefster verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer die sinds 1991 bij het familiebedrijf werkt, waar ook drie broers van hem werken. Werknemer stemt alleen in met ontbinding als hem naast de transitievergoeding een billijke vergoeding van € 870.000 wordt toegekend. Daarnaast verzoekt werknemer betaling van achterstallig salaris.

Feiten

Werkgeefster AMBI B.V. (hierna: Ambi) is een familiebedrijf met 28 werknemers. Het bedrijf richt zich op het vervaardigen van en de handel in papier en papierwaren. De enig aandeelhouder van Ambi is Ambi Beheer B.V. Ambi Beheer B.V. kent vijf aandeelhouders, waaronder drie broers en werknemer. Werknemer is op 1 maart 1991 in dienst getreden bij Ambi. De laatste functie die hij vervulde, is die van operator. In juli 2021 ontstaat tussen partijen een discussie over het functioneren van werknemer, met name op het punt van onvoldoende collegialiteit, gebrek aan respect en een onjuist zelfbeeld. Werknemer meldt zich ziek. Naar het oordeel van de bedrijfsarts is er sprake van een arbeidsconflict die aan een duurzame werkhervatting binnen Ambi in de weg staat en hij adviseert het inzetten van een bemiddeling (STECR) en indien dit niet tot een oplossing leidt, het opstarten van een tweede spoor. Werknemer heeft in augustus 2022 een deskundigenoordeel aangevraagd. Het UWV oordeelt dat werknemer per 24 juni 2022 geschikt is te achten voor het uitvoeren van zijn bedongen werkzaamheden bij Ambi. Ambi verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsverhouding, waarbij het handelen van werknemer wordt gekwalificeerd als ernstig verwijtbaar handelen. Ambi verzoekt de kantonrechter daarom om geen transitievergoeding aan werknemer toe te kennen. Werknemer dient een tegenverzoek in.

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter zijn partijen het erover eens dat de arbeidsverhouding tussen hen zodanig is verstoord dat de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet kan voortduren. De arbeidsovereenkomst wordt met ingang van 1 januari 2023 ontbonden. Werknemer heeft de verwijten van Ambi uitvoerig en gemotiveerd betwist. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Ambi onvoldoende feiten en omstandigheden aangedragen waaruit de kantonrechter kan opmaken dat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Met betrekking tot de waarschuwingen aan het adres van werknemer oordeelt de kantonrechter dat -  zeker gelet op haar kennelijk al zeer lang bestaande ongenoegen - Ambi onvoldoende aan werknemer duidelijk heeft gemaakt welke gedragsveranderingen concreet van hem werden verwacht. Ambi verwijt werknemer dat hij door zijn ziekmelding de belangen van Ambi heeft geschaad, doordat hij zodoende zonder arbeid loon heeft ontvangen, zijn broers met extra werk heeft belast en een verbetertraject heeft tegengehouden. De ziekmelding van werknemer en zijn afwezigheid daarna zijn naar het oordeel van de kantonrechter niet te kwalificeren als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werknemer. De kantonrechter ziet in voornoemd handelen van Ambi aanleiding om aan werknemer een billijke vergoeding toe te kennen van € 83.731,44 (jaarsalaris) en een transitievergoeding van € 74.040,26 waarbij het basisbrutomaandsalaris is verhoogd met het tantième en de vaste overwerkvergoeding. Ook de vorderingen van werknemer met betrekking tot het achterstallig salaris worden toegekend.