Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 5 oktober 2022
ECLI:NL:RBAMS:2022:6021
Feiten
TrainMore was de opdrachtgever van X, een schoonmaakbedrijf. Consult&co was de boekhouder van X en zij heeft met name de loonadministratie verzorgd. Op 20 september 2019 heeft X Consult&co een e-mail gestuurd om de gegevens van A te controleren. Consult&co heeft op dezelfde dag teruggemaild dat er een arbeidsovereenkomst kan worden aangeboden. De werknemer zou een ‘residance permit in the EU for indefinite time’ hebben. Op 30 januari 2020 heeft de Arbeidsinspectie een bezoek gebracht aan TrainMore en ontdekt dat de aldaar op dat moment werkzame B niet over de juiste papieren beschikte. De Arbeidsinspectie heeft een boete opgelegd aan Trainmore, omdat A en B werkzaamheden bij haar zouden hebben verricht en omdat zij geen paspoort in de administratie had opgenomen. Ook X heeft een boetebeschikking ontvangen. Op 17 september 2021 heeft TrainMore o.a. X gedagvaard. Op 16 december 2021 heeft X Consult&co een e-mail gestuurd waarin onder andere staat dat de Arbeidsinspectie boetes heeft opgelegd. X heeft Consult&co verzocht om haar aansprakelijkheidsverzekering aan te spreken om alle kosten en boetes die de Arbeidsinspectie heeft opgelegd te vergoed. X vordert die bedragen nu in onderhavige procedure.
Oordeel
In de hoofdzaak is X (onder meer) veroordeeld tot betaling van € 19.000 aan TrainMore. In de vrijwaringszaak is aan de orde of Consult&co daarvoor aansprakelijk is jegens X. Ten aanzien van B is niet vast komen te staan dat X opdracht aan Consult&Co heeft gegeven om zijn documenten voor een werkvergunning te controleren. Betaling van de boetes ten aanzien van B wordt afgewezen. Consult&co erkent zij dat de opdracht heeft aanvaard om de documenten van A te beoordelen en dat hierbij een beoordelingsfout is gemaakt. Dat betekent dat Consult&co in beginsel tegenover X aansprakelijk is voor de schade die daardoor is ontstaan. Consult&co betwist echter dat er causaal verband aanwezig is tussen haar handelen en de door X gestelde schade. Consult&co heeft aangevoerd dat A al had gewerkt voordat zij haar advies d.d. 20 september 2019 heeft gegeven. Dit heeft Consult&co onderbouwd met de arbeidsovereenkomst die is getekend op 19 september 2019 en waarin staat dat die overeenkomst is ingegaan op 19 september 2019 en met de boetebeschikking waarin staat dat A in de periode 19 september 2019 tot en met 8 oktober 2019 arbeid heeft verricht. X zal worden opgedragen om te bewijzen dat A pas feitelijk tewerk is gesteld na het advies van Consult&co op 20 september 2019. Als de bewijsopdracht slaagt, zal Consult&co aansprakelijk zijn. Dit echter uitsluitend voor het gedeelte van de boete dat ziet op het werken zonder vergunning door A en niet op het deel van de boete dat ziet op de administratieplicht van het identiteitsbewijs. In het geval X niet slaagt in het leveren van het bewijs zal de vordering in beginsel worden afgewezen.