Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 28 oktober 2022
ECLI:NL:RBROT:2022:9773
Feiten
Werknemer is op 1 december 2017 bij Dutch Design (Netherlands) B.V. (hierna: Dutch Design) in dienst getreden in de functie van Sales Adviseur. Dutch Design houdt zich bezig met de afwerking van vloeren en wanden. In de arbeidsovereenkomst bevat artikel 4 bepalingen met betrekking tot het salaris, bedrijfsmiddelen en leaseauto. Werknemer is tussen 20 februari 2020 en 3 maart 2020 op vakantie gegaan. Hij heeft hier vrije dagen voor opgenomen. Tijdens zijn vakantie, op 21 februari 2020, heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst opgezegd. Partijen hebben vervolgens afgesproken dat de laatste werkdag van werknemer 14 maart 2020 zal zijn. Op 23 maart 2020 heeft werknemer zijn laatste salarisbetaling ten bedrage van € 344,66 ontvangen, naar aanleiding waarvan hij aan Dutch Design vragen heeft gesteld. Dutch Design heeft gereageerd met de stelling dat werknemer te veel vakantiedagen heeft opgenomen en de huur van een vervangende auto in mindering is gebracht alsmede de schoonmaakkosten van de auto. Werknemer vordert onder meer Dutch Design te veroordelen om binnen zeven dagen na het wijzen van dit vonnis aan hem te betalen een (negatief) saldo aan vakantiedagen van € 1.753,60 bruto en € 1.339,59 netto aan achterstallig salaris alsmede Dutch Design te veroordelen de specificaties van de variabele beloning over 2019 en 2020 aan hem te overhandigen, op straffe van een dwangsom, en - bij een positief resultaat - Dutch Design te veroordelen de variabele beloning aan hem te betalen.
Oordeel
Terugbetaling verrekende vakantiedagen?
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Dutch Design zich op het standpunt gesteld dat werknemer over 2019 een tekort van vier vakantiedagen had en dat hij over 2020 een tekort van zes vakantiedagen had. Het door Dutch Design gestelde tekort over 2019 heeft werknemer erkend. Het door Dutch Design gestelde tekort over 2020 heeft werknemer niet voldoende gemotiveerd weersproken, zodat de kantonrechter van de juistheid van het door Dutch Design gestelde tekort over 2020 uitgaat. Dit betekent dat in deze procedure als vaststaand wordt aangenomen dat werknemer bij uitdiensttreding een tekort van tien vakantiedagen had. Naar het oordeel van de kantonrechter mocht Dutch Design het tekort aan vakantiedagen verrekenen met de eindafrekening omdat werknemer wist dat hij over 2019 een tekort van vier vakantiedagen had. Door vervolgens tussen 20 februari 2020 en 3 maart 2020 op vakantie te gaan, hier vrije dagen voor op te nemen en gedurende zijn vakantie zijn ontslag in te dienen, had werknemer zich moeten realiseren dat aan het einde van zijn dienstverband een negatief saldo aan vakantiedagen zou resteren. Het beroep van werknemer op artikel 7:632 lid 2 BW faalt. De regeling van artikel 7:632 BW geldt alleen voor de verrekening gedurende de arbeidsovereenkomst en niet bij het einde daarvan.
Terugbetaling kosten voor vervangende leaseauto en kosten schoonmaak?
Uit de door partijen overgelegde e-mailcorrespondentie blijkt dat Dutch Design bereid was om (enige) kosten voor een vervangende auto ten behoeve van de vakantie van werknemer voor haar rekening te nemen. De kantonrechter acht het dan ook redelijk dat Dutch Design de helft van de kosten die werknemer voor de vervangende auto heeft betaald voor haar rekening neemt. Dat komt neer op een bedrag van (afgerond) € 594,80 netto waartoe Dutch Design bij eindvonnis zal worden veroordeeld. Het antwoord op de vraag of werknemer de auto al dan niet met een vervuild interieur heeft ingeleverd, kan naar het oordeel van de kantonrechter in het midden blijven. Uit hoofde van goed werkgeverschap had Dutch Design werknemer de gelegenheid moeten bieden om de auto alsnog zelf te reinigen althans dat te laten doen op zijn eigen kosten, alvorens die kosten op werknemer te verhalen. Bovendien geldt dat Dutch Design bij een tekortkoming van werknemer alleen aanspraak kan maken op schadevergoeding wanneer hij in verzuim is. Dutch Design heeft het bedrag van € 150 ten onrechte ingehouden.
Recht op een variabele beloning?
Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of werknemer in 2019 en/of 2020 recht had op een variabele beloning. Naar het oordeel van de kantonrechter ligt het op de weg van Dutch Design om aan de hand van onderliggende bescheiden nader te onderbouwen dat werknemer in 2019 en/of 2020 geen recht had op een variabele beloning. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.