Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Restaurant Aquarius B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Dordrecht), 14 juli 2022
ECLI:NL:RBROT:2022:9744
Ontbindingsverzoek arbeidsovereenkomst. Werkneemster heeft haar arbeidsovereenkomst echter zelf al opgezegd. De bevestigingsbrief is geen beëindigingsovereenkomst. Bij opzegging geen sprake van dwaling of misbruik van omstandigheden.

Feiten

Werkneemster is op 26 maart 2022 in dienst getreden bij Restaurant Aquarius B.V. (hierna: Aquarius). Voor haar indiensttreding hebben partijen al eerder contact gehad, maar dat heeft niet tot een arbeidsovereenkomst geleid wegens persoonlijke redenen rondom de dochter van werkneemster en haar echtscheiding. Op 22 april 2022 heeft werkneemster telefonisch per direct ontslag genomen vanwege diezelfde redenen. Direct daarna heeft werkneemster via WhatsApp haar excuses aangeboden. In reactie daarop heeft Aquarius aangegeven het te begrijpen en aangeboden een vaststellingsovereenkomst op te stellen. Vervolgens heeft Aquarius een bevestigingsbrief beëindiging arbeidsovereenkomst gestuurd, die werkneemster heeft ondertekend. Vervolgens heeft werkneemster Aquarius gevraagd de vaststellingsovereenkomst alsnog op te sturen, wat ook is gebeurd. Kort daarna heeft de gemachtigde van werkneemster aan Aquarius te kennen gegeven dat werkneemster vanwege haar persoonlijke omstandigheden niet de wens had de arbeidsovereenkomst te beëindigen en daarop terugkomt, zodat geen sprake is van een rechtsgeldige opzegging en dat werkneemster ziek is en aanspraak maakt op loondoorbetaling. In geding is of de arbeidsovereenkomst is geëindigd. 

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op de tekst van de bevestigingsbrief en hetgeen partijen ter zitting hebben aangevoerd, kan niet worden gezegd dat de bevestigingsbrief een beëindigingsovereenkomst is. Evenmin kan worden vastgesteld dat de opzegging door de brief van de gemachtigde buitengerechtelijk is vernietigd, nu in die brief geen sprake is van een buitengerechtelijke vernietiging. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkneemster onvoldoende gesteld voor een geslaagd beroep op dwaling. De kantonrechter gaat ook voorbij aan het beroep van werkneemster op vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst op grond van misbruik van omstandigheden. Werkneemster heeft in dit verband slechts gesteld dat Aquarius al bij indiensttreding van werkneemster op de hoogte was van haar persoonlijke omstandigheden. Deze omstandigheid is niet dusdanig bijzonder dat zij, zonder nadere toelichting die ontbreekt, kan worden beschouwd als bijzondere omstandigheid in het licht van artikel 3:44 lid 4 BW. Naar het oordeel van de kantonrechter kan de mondelinge opzegging van werkneemster in samenhang met haar WhatsApp-berichten niet anders worden gezien dan als een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring gericht op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Vervolgens ligt de vraag voor of Aquarius gerechtvaardigd heeft mogen vertrouwen op de opzegging van werkneemster. Op basis van de gegeven feiten is de kantonrechter van oordeel dat Aquarius gerechtvaardigd heeft mogen afgaan op de opzegging van werkneemster en haar onderzoeks- en informatieplicht tegenover werkneemster niet heeft geschonden. Kortom, de opzegging van de arbeidsovereenkomst door werkneemster was rechtsgeldig.