Feiten

Werknemer is van 10 april 2017 tot 1 november 2022 werkzaam geweest voor (de rechtsvoorganger van) SD Works Staffing Solutions B.V. (hierna: SD Worx). De arbeidsovereenkomst bevatte een non-concurrentie- en relatiebeding. De rechtsvoorganger van SD Worx werd in 2018 overgenomen door SD Worx. Werknemer heeft na de overname dezelfde functie vervuld. Met ingang van 1 januari 2021 is de functie van werknemer gewijzigd. Per e-mail heeft werknemer de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk opgezegd tegen 1 november 2022, waarbij als voorwaarde gold dat SD Worx hem niet zou houden aan het non-concurrentiebeding. SD Worx heeft de opzegging bevestigd. Diezelfde dag heeft de leidinggevende van werknemer aan werknemer gevraagd naar welke partij hij de overstap wilde maken alvorens een standpunt zou worden ingenomen over het non-concurrentiebeding. Vervolgens heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst (definitief) opgezegd en vermeld dat hij van mening is dat zijn non-concurrentiebeding niet langer geldig is omdat het zwaarder is gaan drukken. SD Worx heeft te kennen gegeven die mening niet te delen. Werknemer vordert in dit kort geding schorsing van zijn non-concurrentiebeding.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat het non-concurrentiebeding niet zwaarder op werknemer is gaan drukken. Daaraan wordt het volgende ten grondslag gelegd. Werknemer heeft geen bewijs bijgebracht van de verschillende functieprofielen bij SD Worx met bijbehorende verantwoordelijkheden en salariëring. Ook anderszins heeft werknemer op dit punt geen bewijs bijgebracht. Werknemer heeft derhalve niet aannemelijk gemaakt, in het licht van het gemotiveerde verweer van SD Worx, dat sprake is geweest van een wijziging in de arbeidsverhouding die van zo ingrijpende aard is dat het beding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. Bovendien is evenmin aannemelijk geworden dat die wijziging redelijkerwijs niet was te voorzien. De kantonrechter oordeelt voorts dat werknemer niet onbillijk wordt benadeeld door het non-concurrentiebeding. De kantonrechter acht het begrijpelijk dat werknemer een nieuwe uitdaging wenst aan te gaan, maar zijn belang daarbij is niet zodanig zwaarwegend dat in deze procedure op voorhand moet worden geoordeeld dat het belang van SD Worx daarvoor geheel en per direct moet wijken. Dat SD Worx andere werknemers wel heeft toegestaan om, ondanks een non-concurrentiebeding, in dienst te treden bij concurrerende bedrijven, maakt het voorgaande niet anders. De kantonrechter wijst de vorderingen van werknemer af.